Nehemia 12:29

En uit het huis van Gilgal, en uit de velden van Geba en Asmaveth; want de zangers hadden zich dorpen gebouwd rondom Jeruzalem.

Deuteronomium 11:30

Zijn zij niet aan gene zijde van de Jordaan, achter den weg van den ondergang der zon, in het land der Kanaanieten, die in het vlakke veld wonen, tegenover Gilgal, bij de eikenbossen van More?

Jozua 5:9

Verder sprak de HEERE tot Jozua: Heden heb Ik den smaad van Egypte van ulieden afgewenteld; daarom noemde men den naam dier plaats Gilgal, tot op dezen dag.

Jozua 10:43

Toen keerde Jozua weder, en gans Israel met hem, naar het leger te Gilgal.

Jozua 21:17

En van den stam van Benjamin, Gibeon en haar voorsteden, Geba en haar voorsteden;

1 Kronieken 6:60

Van den stam van Benjamin nu: Geba en haar voorsteden, en Allemeth en haar voorsteden, en Anathoth en haar voorsteden. Al hun steden, in hun huisgezinnen, waren dertien steden.

Ezra 2:24

De kinderen van Azmaveth, twee en veertig.

Nehemia 11:31

De kinderen van Benjamin nu van Geba woonden in Michmas, en Aja, en Beth-El, en haar onderhorige plaatsen,

Schriftkennis schatkamer niet toegevoegd