Nehemia 2:2

Zo zeide de koning tot mij: Waarom is uw aangezicht treurig, zo gij toch niet krank zijt? Dit is niet dan treurigheid des harten. Toen vreesde ik gans zeer.

Spreuken 15:13

Een vrolijk hart zal het aangezicht blijde maken; maar door de smart des harten wordt de geest verslagen.

Genesis 40:7

Toen vraagde hij de hovelingen van Farao, die bij hem waren in hechtenis van het huis zijns heren, zeggende: Waarom zijn uw aangezichten heden kwalijk gesteld?

Schriftkennis schatkamer niet toegevoegd