Nehemia 3:11

De andere mate verbeterden Malchia, de zoon van Harim, en Hassub, de zoon van Pahath-Moab; daartoe den Bakoventoren.

Nehemia 12:38

Het tweede dankkoor nu ging tegenover, en ik achter hetzelve, met de helft des volks, op den muur, van boven den Bakoventoren, tot aan den breden muur;

Ezra 2:6

De kinderen van Pahath-Moab, van de kinderen van Jesua-Joab, twee duizend achthonderd en twaalf.

Ezra 8:4

Van de kinderen van Pahath-Moab, Eljehoenai, van de zoon van Zerahja; en met hem tweehonderd manspersonen.

Nehemia 7:11

De kinderen van Pahath-Moab, van de kinderen van Jesua en Joab, twee duizend, achthonderd en achttien;

Nehemia 10:5

Harim, Meremoth, Obadja,

Nehemia 10:14

De hoofden des volks: Parhos, Pahath-Moab, Elam, Zatthu, Bani,

Schriftkennis schatkamer niet toegevoegd

Public domain