De hoofden des volks: Parhos, Pahath-Moab, Elam, Zatthu, Bani,

De kinderen van Parhos waren twee duizend, honderd twee en zeventig;

De kinderen van Pahath-Moab, van de kinderen van Jesua en Joab, twee duizend, achthonderd en achttien;

De kinderen van Binnui, zeshonderd acht en veertig;

De kinderen van Paros, twee duizend honderd twee en zeventig.

De andere mate verbeterden Malchia, de zoon van Harim, en Hassub, de zoon van Pahath-Moab; daartoe den Bakoventoren.

Schriftkennis schatkamer niet toegevoegd

Public domain

Alle Vertalingen
Dutch Staten Vertaling