Nehemia 10:14
De hoofden des volks: Parhos, Pahath-Moab, Elam, Zatthu, Bani,
Nehemia 7:8
De kinderen van Parhos waren twee duizend, honderd twee en zeventig;
Nehemia 7:11-13
De kinderen van Pahath-Moab, van de kinderen van Jesua en Joab, twee duizend, achthonderd en achttien;
Nehemia 7:15
De kinderen van Binnui, zeshonderd acht en veertig;
Ezra 2:3-70
De kinderen van Paros, twee duizend honderd twee en zeventig.
Nehemia 3:11
De andere mate verbeterden Malchia, de zoon van Harim, en Hassub, de zoon van Pahath-Moab; daartoe den Bakoventoren.
Schriftkennis schatkamer niet toegevoegd