Numberi 21:35

En zij sloegen hem, en zijn zonen, en al zijn volk, alzo dat hem niemand overbleef; en zij namen zijn land in erfelijke bezitting.

Deuteronomium 3:3-17

En de HEERE, onze God, gaf ook Og, den koning van Bazan, en al zijn volk, in onze hand, zodat wij hem sloegen, totdat wij hem niemand lieten overblijven.

Deuteronomium 29:7-8

Toen gij nu kwaamt aan deze plaats, toog Sihon, de koning van Hesbon, uit, en Og, de koning van Bazan, ons tegemoet, ten strijde; en wij sloegen hen.

Jozua 12:4-6

Daartoe de landpale van Og, den koning van Bazan, die van het overblijfsel der reuzen was, wonende te Astharoth en te Edrei.

Jozua 13:12

Het ganse koninkrijk van Og, in Bazan, die geregeerd heeft te Astharoth, en te Edrei; deze is overig gebleven uit het overblijfsel der reuzen, dewelke Mozes heeft verslagen, en heeft ze verdreven.

Psalmen 135:10-12

Die veel volken sloeg, en machtige koningen doodde;

Psalmen 136:17-21

Die grote koningen geslagen heeft; want Zijn goedertierenheid is in der eeuwigheid.

Romeinen 8:37

Maar in dit alles zijn wij meer dan overwinnaars, door Hem, Die ons liefgehad heeft.

Schriftkennis schatkamer niet toegevoegd

Public domain