Numberi 3:19

En de zonen van Kahath, naar hun geslachten; Amram en Izhar, Hebron en Uzziel.

Exodus 6:18

En de zonen van Merari: Machli en Musi; dit zijn de huisgezinnen van Levi, naar hun geboorten.

1 Kronieken 6:18

En de kinderen van Kahath waren Amram, en Jizhar, en Hebron, en Uzziel.

Exodus 6:20

En de zonen van Jizhar: Korah, en Nefeg, en Zichri.

Numberi 3:27

En van Kahath is het geslacht der Amramieten, en het geslacht der Izharieten, en het geslacht der Hebronieten, en het geslacht der Uzzielieten; dit zijn de geslachten der Kahathieten.

1 Kronieken 6:38

Den zoon van Jizhar, den zoon van Kahath, den zoon van Levi, den zoon van Israel.

1 Kronieken 15:5

Van de kinderen van Kehath was Uriel overste, en van zijn broederen waren honderd en twintig.

1 Kronieken 15:8-10

Uit de kinderen van Elizafan was overste Semaja, en van zijn broederen waren tweehonderd.

1 Kronieken 15:17-21

Zo stelden dan de Levieten Heman, den zoon van Joel, en uit zijn broederen Asaf, den zoon van Berechja; en uit de zonen van Merari, hun broederen, Ethan, den zoon van Kusaja;

1 Kronieken 23:12-13

De kinderen van Kehath waren Amram, Jizhar, Hebron en Uzziel; vier.

1 Kronieken 23:18-20

Van de kinderen van Jizhar was Selomith het hoofd.

1 Kronieken 25:4

Aangaande Heman: de kinderen van Heman waren Bukkia, Mattanja, Uzziel, Sebuel, en Jerimoth, Hananja, Hanani, Eliatha, Giddalti, en Romamthi-Ezer, Josbekasa, Mallothi, Hothir, Mahazioth.

1 Kronieken 26:1-32

Aangaande de verdelingen der poortiers: van de Korahieten was Meselemja, de zoon van Kore, van de kinderen van Asaf.

Nehemia 12:1-26

Dit nu zijn de priesters en de Levieten, die met Zerubbabel, den zoon van Sealthiel, en Jesua, optogen: Seraja, Jeremia, Ezra,

Schriftkennis schatkamer niet toegevoegd

Public domain