Numberi 4:23

Gij zult hen tellen van dertig jaren oud en daarboven, tot vijftig jaren oud, al wie inkomt om den strijd te strijden, opdat hij den dienst bediene in de tent der samenkomst.

Numberi 4:3

Van dertig jaren oud en daarboven, tot vijftig jaren oud; al wie tot dezen strijd inkomt, om het werk in de tent der samenkomst te doen.

1 Kronieken 23:3

En de Levieten werden geteld, van dertig jaren af en daarboven; en hun getal was, naar hun hoofden, aan mannen, acht en dertig duizend.

1 Kronieken 23:24

Dit zijn de kinderen van Levi, naar het huis hunner vaderen, de hoofden der vaderen, naar hun gerekenden in het getal der namen naar hun hoofden, doende het werk van den dienst van het huis des HEEREN van twintig jaren oud en daarboven.

1 Kronieken 23:27

Want naar de laatste woorden van David werden de kinderen van Levi geteld, van twintig jaren oud en daarboven;

Jesaja 63:1-4

Wie is Deze, Die van Edom komt met besprenkelde klederen, van Bozra? Deze, Die versierd is in Zijn gewaad? Die voorttrekt in Zijn grote kracht? Ik ben het, Die in gerechtigheid spreek, Die machtig ben te verlossen.

Romeinen 7:14-24

Want wij weten, dat de wet geestelijk is, maar ik ben vleselijk, verkocht onder de zonde.

1 Corinthiërs 9:7

Wie dient ooit in den krijg op eigen bezoldiging? Wie plant een wijngaard, en eet niet van zijn vrucht? Of wie weidt een kudde, en eet niet van de melk der kudde?

2 Corinthiër 6:7

In het woord der waarheid, in de kracht van God, door de wapenen der gerechtigheid aan de rechter en aan de linker zijde;

2 Corinthiër 10:3-5

Want wandelende in het vlees, voeren wij den krijg niet naar het vlees;

Galaten 5:17

Want het vlees begeert tegen den Geest, en de Geest tegen het vlees; en deze staan tegen elkander, alzo dat gij niet doet, hetgeen gij wildet.

Galaten 5:24

Maar die van Christus zijn, hebben het vlees gekruist met de bewegingen en begeerlijkheden.

Efeziërs 6:10-19

Voorts, mijn broeders, wordt krachtig in den Heere, en in de sterkte Zijner macht.

1 Timotheüs 1:18

Dit gebod beveel ik u, mijn zoon Timotheus, dat gij naar de profetieen, die van u voorgegaan zijn, in dezelve den goeden strijd strijdt;

2 Timotheüs 2:3-4

Gij dan, lijd verdrukkingen, als een goed krijgsknecht van Jezus Christus.

2 Timotheüs 4:7

Ik heb den goeden strijd gestreden, ik heb den loop geeindigd, ik heb het geloof behouden;

Schriftkennis schatkamer niet toegevoegd

Public domain