Psalmen 102:5

Mijn gebeente kleeft aan mijn vlees, vanwege de stem mijns zuchtens.

Job 19:20

Mijn gebeente kleeft aan mijn huid en aan mijn vlees; en ik ben ontkomen met de huid mijner tanden.

Klaagliederen 4:8

Cheth. Maar nu is hun gedaante verduisterd van zwartigheid, men kent hen niet op de straten; hun huid kleeft aan hun beenderen, zij is verdord, zij is geworden als een hout.

Psalmen 6:6

Ik ben moede van mijn zuchten; ik doe mijn bed den gansen nacht zwemmen; ik doornat mijn bedstede met mijn tranen.

Psalmen 6:8

Wijkt van mij, al gij werkers der ongerechtigheid; want de HEERE heeft de stem mijns geweens gehoord.

Psalmen 32:3-4

Toen ik zweeg, werden mijn beenderen verouderd, in mijn brullen den gansen dag.

Psalmen 38:8-10

Ik ben verzwakt, en uitermate zeer verbrijzeld; ik brul van het geruis mijns harten.

Spreuken 17:22

Een blij hart zal een medicijn goed maken; maar een verslagen geest zal het gebeente verdrogen.

Schriftkennis schatkamer niet toegevoegd

Public domain