Psalmen 38:8
Ik ben verzwakt, en uitermate zeer verbrijzeld; ik brul van het geruis mijns harten.
Job 3:24
Want voor mijn brood komt mijn zuchting; en mijn brullingen worden uitgestort als water.
Psalmen 32:3
Toen ik zweeg, werden mijn beenderen verouderd, in mijn brullen den gansen dag.
Job 30:28
Ik ga zwart daarheen, niet van de zon; opstaande schreeuw ik in de gemeente.
Psalmen 22:1-2
Een psalm van David, voor den opperzangmeester, op Aijeleth hasschachar. (1a) Mijn God, mijn God! waarom hebt Gij mij verlaten, verre zijnde van mijn verlossing, van de woorden mijns brullens?
Jesaja 59:11
Wij brommen allen gelijk als de beren, en wij kirren doorgaans gelijk de duiven; wij wachten naar recht, maar er is geen, naar heil, maar het is verre van ons.
Schriftkennis schatkamer niet toegevoegd