Psalmen 102:7

Ik waak, en ben geworden als een eenzame mus op het dak.

Psalmen 77:4

Gij hieldt mijn ogen wakende; ik was verslagen, en sprak niet.

Psalmen 38:11

Mijn liefhebbers en mijn vrienden staan van tegenover mijn plage, en mijn nabestaanden staan van verre.

Deuteronomium 28:66-67

En uw leven zal tegenover u hangen; en gij zult nacht en dag schrikken, en gij zult van uw leven niet zeker zijn.

Job 7:13-16

Wanneer ik zeg: Mijn bedstede zal mij vertroosten, mijn leger zal van mijn klacht wat wegnemen;

Psalmen 22:2

Mijn God! Ik roep des daags, maar Gij antwoordt niet; en des nachts, en ik heb geen stilte.

Psalmen 130:6

Mijn ziel wacht op den HEERE, meer dan de wachters op den morgen; de wachters op den morgen.

Klaagliederen 3:28-30

Jod. Hij zitte eenzaam, en zwijge stil, omdat Hij het hem opgelegd heeft.

Markus 14:33-37

En Hij nam met Zich Petrus, en Jakobus, en Johannes, en begon verbaasd en zeer beangst te worden;

Schriftkennis schatkamer niet toegevoegd

Public domain