Psalmen 104:22
De zon opgaande, maken zij zich weg, en liggen neder in hun holen.
Job 37:8
En het gedierte gaat in de loerplaatsen, en blijft in zijn holen.
Job 24:13-17
Zij zijn onder de wederstrevers des lichts; zij kennen Zijn wegen niet, en zij blijven niet op Zijn paden.
Nahum 3:17
Uw gekroonden zijn als de sprinkhanen, en uw krijgsoversten als de grote kevers, die zich in de heiningmuren legeren in de koude der dagen; wanneer de zon opgaat, zo vliegen zij weg, alzo dat hun plaats onbekend is, waar zij geweest zijn.
Johannes 3:20
Want een iegelijk, die kwaad doet, haat het licht, en komt tot het licht niet, opdat zijn werken niet bestraft worden.
Schriftkennis schatkamer niet toegevoegd