Psalmen 104:25

Deze zee, die groot en wijd van ruimte is, daarin is het wriemelende gedierte, en dat zonder getal, kleine gedierten met grote.

Psalmen 69:34

Dat Hem prijzen de hemel en de aarde, de zeeen, en al wat daarin wriemelt.

Genesis 1:20-22

En God zeide: Dat de wateren overvloediglijk voortbrengen een gewemel van levende zielen; en het gevogelte vliege boven de aarde, in het uitspansel des hemels!

Genesis 1:28

En God zegende hen, en God zeide tot hen: Weest vruchtbaar, en vermenigvuldigt, en vervult de aarde, en onderwerpt haar, en hebt heerschappij over de vissen der zee, en over het gevogelte des hemels, en over al het gedierte, dat op de aarde kruipt!

Genesis 3:1

De slang nu was listiger dan al het gedierte des velds, hetwelk de HEERE God gemaakt had; en zij zeide tot de vrouw: Is het ook, dat God gezegd heeft: Gijlieden zult niet eten van allen boom dezes hofs?

Deuteronomium 33:14-16

En van de uitnemendste inkomsten der zon, en van de uitnemendste voortzetting der maan;

Deuteronomium 33:19

Zij zullen de volken tot den berg roepen; daar zullen zij offeranden der gerechtigheid offeren; want zij zullen den overvloed der zeeen zuigen, en de bedekte verborgen dingen des zands.

Psalmen 95:4-5

In Wiens hand de diepste plaatsen der aarde zijn, en de hoogten der bergen zijn Zijne;

Handelingen 28:5

Maar hij schudde het beest af in het vuur, en leed niets kwaads.

Treasury of Scripture Knowledge did not add