Psalmen 104:27

Zij allen wachten op U, dat Gij hun hun spijze geeft te zijner tijd.

Psalmen 136:25

Die allen vlees spijs geeft; want Zijn goedertierenheid is in der eeuwigheid.

Psalmen 147:9

Die het vee zijn voeder geeft; aan de jonge raven, als zij roepen.

Job 36:31

Want daardoor richt Hij de volken; Hij geeft spijze ten overvloede.

Psalmen 36:6

Uw gerechtigheid is als de bergen Gods; Uw oordelen zijn een grote afgrond; HEERE! Gij behoudt mensen en beesten.

Psalmen 145:15-16

Ain. Aller ogen wachten op U; en Gij geeft hun hun spijs te zijner tijd.

Lukas 12:24-28

Aanmerkt de raven, dat zij niet zaaien, noch maaien, welke geen spijskamer noch schuur hebben, en God voedt dezelve; hoeveel gaat gij de vogelen te boven?

Schriftkennis schatkamer niet toegevoegd

Public domain