Psalmen 147:9

Die het vee zijn voeder geeft; aan de jonge raven, als zij roepen.

Psalmen 104:27-28

Zij allen wachten op U, dat Gij hun hun spijze geeft te zijner tijd.

Mattheüs 6:26

Aanziet de vogelen des hemels, dat zij niet zaaien, noch maaien, noch verzamelen in de schuren; en uw hemelse Vader voedt nochtans dezelve; gaat gij dezelve niet zeer veel te boven?

Psalmen 136:25

Die allen vlees spijs geeft; want Zijn goedertierenheid is in der eeuwigheid.

Psalmen 145:15-16

Ain. Aller ogen wachten op U; en Gij geeft hun hun spijs te zijner tijd.

Lukas 12:24

Aanmerkt de raven, dat zij niet zaaien, noch maaien, welke geen spijskamer noch schuur hebben, en God voedt dezelve; hoeveel gaat gij de vogelen te boven?

Schriftkennis schatkamer niet toegevoegd

Public domain