Psalmen 109:7

Als hij gericht wordt, zo ga hij schuldig uit, en zijn gebed zij tot zonde.

Spreuken 28:9

Die zijn oor afwendt van de wet te horen, diens gebed zelfs zal een gruwel zijn.

Spreuken 15:8

Het offer der goddelozen is den HEERE een gruwel; maar het gebed der oprechten is Zijn welgevallen.

Spreuken 21:27

Het offer der goddelozen is een gruwel; hoeveel te meer, als zij het met een schandelijk voornemen brengen!

2 Samuël 15:7-8

Ten einde nu van veertig jaren is het geschied, dat Absalom tot den koning zeide: Laat mij toch heengaan, en mijn gelofte, die ik den HEERE beloofd heb, te Hebron betalen.

Jesaja 1:15

En als gijlieden uw handen uitbreidt, verberg Ik Mijn ogen voor u; ook wanneer gij het gebed vermenigvuldigt, hoor Ik niet; want uw handen zijn vol bloed.

Jesaja 66:3

Wie een os slacht, slaat een man; wie een lam offert, breekt een hond den hals; wie spijsoffer offert, is als die zwijnenbloed offert; wie wierook brandt ten gedenkoffer, is als die een afgod zegent. Dezen verkiezen ook hun wegen, en hun ziel heeft lust aan hun verfoeiselen.

Mattheüs 23:13

Maar wee u, gij Schriftgeleerden en Farizeen, gij geveinsden! want gij sluit het Koninkrijk der hemelen voor de mensen, overmits gij daar niet ingaat, noch degenen, die ingaan zouden, laat ingaan.

Romeinen 3:19

Wij weten nu, dat al wat de wet zegt, zij dat spreekt tot degenen, die onder de wet zijn; opdat alle mond gestopt worde en de gehele wereld voor God verdoemelijk zij.

Galaten 3:10

Want zovelen als er uit de werken der wet zijn, die zijn onder den vloek; want er is geschreven: Vervloekt is een iegelijk, die niet blijft in al hetgeen geschreven is in het boek der wet, om dat te doen.

Schriftkennis schatkamer niet toegevoegd

Public domain