Spreuken 28:9

Die zijn oor afwendt van de wet te horen, diens gebed zelfs zal een gruwel zijn.

Psalmen 109:7

Als hij gericht wordt, zo ga hij schuldig uit, en zijn gebed zij tot zonde.

Spreuken 15:8

Het offer der goddelozen is den HEERE een gruwel; maar het gebed der oprechten is Zijn welgevallen.

Psalmen 66:18

Had ik naar ongerechtigheid met mijn hart gezien, de Heere zou niet gehoord hebben.

Spreuken 21:13

Die zijn oor stopt voor het geschrei des armen, die zal ook roepen, en niet verhoord worden.

Jesaja 1:15-16

En als gijlieden uw handen uitbreidt, verberg Ik Mijn ogen voor u; ook wanneer gij het gebed vermenigvuldigt, hoor Ik niet; want uw handen zijn vol bloed.

Jesaja 58:7-11

Is het niet, dat gij den hongerige uw brood mededeelt, en de armen, verdrevenen in huis brengt? Als gij een naakte ziet, dat gij hem dekt, en dat gij u voor uw vlees niet verbergt?

Zacharia 7:11-13

Maar zij weigerden op te merken, en togen hun schouder terug, en zij verzwaarden hun oren, opdat zij niet hoorden.

Lukas 13:25-27

Namelijk nadat de Heer des huizes zal opgestaan zijn, en de deur zal gesloten hebben, en gij zult beginnen buiten te staan, en aan de deur te kloppen, zeggende: Heere, Heere, doe ons open! en Hij zal antwoorden en tot u zeggen: Ik ken u niet, van waar gij zijt.

2 Timotheüs 4:3-4

Want er zal een tijd zijn, wanneer zij de gezonde leer niet zullen verdragen; maar kittelachtig zijnde van gehoor, zullen zij zichzelven leraars opgaderen, naar hun eigen begeerlijkheden;

Schriftkennis schatkamer niet toegevoegd

Public domain