Psalmen 116:2
Want Hij neigt Zijn oor tot mij; dies zal ik Hem in mijn dagen aanroepen.
Job 27:10
Zal hij zich verlustigen in den Almachtige? Zal hij God aanroepen te aller tijd?
Psalmen 31:2
Neig Uw oor tot mij, red mij haastelijk; wees mij tot een sterke Rotssteen, tot een zeer vast Huis, om mij te behouden.
Psalmen 40:1
Davids psalm, voor den opperzangmeester. (1a) Ik heb den HEERE lang verwacht; en Hij heeft Zich tot mij geneigd, en mijn geroep gehoord.
Psalmen 55:16-17
Mij aangaande, ik zal tot God roepen, en de HEERE zal mij verlossen.
Psalmen 86:6-7
HEERE! neem mijn gebed ter ore, en merk op de stem mijner smekingen.
Psalmen 88:1
Een lied, een psalm voor de kinderen van Korach, voor den opperzangmeester, op Machalath Leannoth; een onderwijzing van Heman, den Ezrahiet. (1a) O HEERE, God mijns heils! bij dag, bij nacht roep ik voor U.
Psalmen 145:18-19
Koph. De HEERE is nabij allen, die Hem aanroepen, allen, die Hem aanroepen in der waarheid.
Lukas 18:1
En Hij zeide ook een gelijkenis tot hen, daartoe strekkende, dat men altijd bidden moet, en niet vertragen;
Filippenzen 4:6
Weest in geen ding bezorgd; maar laat uw begeerten in alles, door bidden en smeken, met dankzegging bekend worden bij God;
Colossenzen 4:2
Houdt sterk aan in het gebed, en waakt in hetzelve met dankzegging;
Schriftkennis schatkamer niet toegevoegd