Psalmen 119:49

Zain. Gedenk des woords, tot Uw knecht gesproken, op hetwelk Gij mij hebt doen hopen.

Genesis 8:1

En God gedacht aan Noach, en aan al het gedierte, en aan al het vee, dat met hem in de ark was; en God deed een wind over de aarde doorgaan, en de wateren werden stil.

Genesis 32:9

Voorts zeide Jakob: O, God mijns vaders Abrahams, en God mijns vaders Izaks, o HEERE! Die tot mij gezegd hebt: Keer weder tot uw land, en tot uw maagschap, en Ik zal wel bij u doen!

2 Samuël 5:2

Daartoe ook te voren, toen Saul koning over ons was, waart gij Israel uitvoerende en inbrengende; ook heeft de HEERE tot u gezegd: Gij zult Mijn volk Israel weiden, en gij zult tot een voorganger zijn over Israel.

2 Samuël 7:25

Nu dan, HEERE God, doe dit woord, dat Gij over Uw knecht en over zijn huis gesproken hebt, bestaan tot in eeuwigheid, en doe, gelijk als Gij gesproken hebt.

Job 7:7

Gedenk, dat mijn leven een wind is; mijn oog zal niet wederkomen, om het goede te zien.

Psalmen 71:14

Doch ik zal geduriglijk hopen, en zal al Uw lof nog groter maken.

Psalmen 105:2

Zingt Hem, psalmzingt Hem, spreekt aandachtelijk van al Zijn wonderen.

Psalmen 105:42

Want Hij dacht aan Zijn heilig woord, aan Abraham, Zijn knecht.

Psalmen 106:4

Gedenk mijner, o HEERE! naar het welbehagen tot Uw volk, bezoek mij met Uw heil;

Psalmen 106:45

En Hij dacht tot hun beste aan Zijn verbond, en het berouwde Hem naar de veelheid Zijner goedertierenheden.

Psalmen 119:43

En ruk het woord der waarheid van mijn mond niet al te zeer, want ik hoop op Uw rechten.

Psalmen 119:74

Die U vrezen, zullen mij aanzien, en zich verblijden, omdat ik op Uw woord gehoopt heb.

Psalmen 119:81

Caph. Mijn ziel is bezweken van verlangen naar Uw heil; op Uw woord heb ik gehoopt.

Psalmen 119:147

Ik ben de morgen schemering voorgekomen, en heb geschrei gemaakt; op Uw woord heb ik gehoopt.

Jesaja 62:6

O Jeruzalem! Ik heb wachters op uw muren besteld, die geduriglijk al den dag en al den nacht niet zullen zwijgen. O gij, die des HEEREN doet gedenken, laat geen stilzwijgen bij ulieden wezen!

Romeinen 15:13

De God nu der hoop vervulle ulieden met alle blijdschap en vrede in het geloven, opdat gij overvloedig moogt zijn in de hoop, door de kracht des Heiligen Geestes.

1 Petrus 1:13

Daarom opschortende de lenden uws verstands, en nuchteren zijnde, hoopt volkomenlijk op de genade, die u toegebracht wordt in de openbaring van Jezus Christus.

1 Petrus 1:21

Die door Hem gelooft in God, Welke Hem opgewekt heeft uit de doden, en Hem heerlijkheid gegeven heeft, opdat uw geloof en hoop op God zijn zou.

Schriftkennis schatkamer niet toegevoegd

Public domain