Psalmen 119:83

Want ik ben geworden als een lederen zak in den rook; doch Uw inzettingen heb ik niet vergeten.

Mijn huid is zwart geworden over mij, en mijn gebeente is ontstoken van dorrigheid.

De goddeloze hopen hebben mij beroofd; nochtans heb ik Uw wet niet vergeten.

Mijn kracht is verdroogd als een potscherf, en mijn tong kleeft aan mijn gehemelte; en Gij legt mij in het stof des doods.

Want mijn dagen zijn vergaan als rook, en mijn gebeenten zijn uitgebrand als een haard.

Ik zal mijzelven vermaken in Uw inzettingen; Uw woord zal ik niet vergeten.

Ik heb gedwaald als een verloren schaap; zoek Uw knecht, want Uw geboden heb ik niet vergeten.

Schriftkennis schatkamer niet toegevoegd