Psalmen 150:4

Looft Hem met de trommel en fluit; looft Hem met snarenspel en orgel!

Psalmen 149:3

Dat zij Zijn Naam loven op de fluit; dat zij Hem psalmzingen op de trommel en harp.

Jesaja 38:20

De HEERE was gereed om mij te verlossen; daarom zullen wij op mijn snarenspel spelen; al de dagen onzes levens, in het huis des HEEREN.

Exodus 15:20

En Mirjam, de profetes, Aarons zuster, nam een trommel in haar hand; en al de vrouwen gingen uit, haar na, met trommelen en met reien.

Job 21:12

Zij heffen op met de trommel en de harp, en zij verblijden zich op het geluid des orgels.

Job 30:31

Hierom is mijn harp tot een rouwklage geworden, en mijn orgel tot een stem der wenenden.

Psalmen 33:2

Looft den HEERE met de harp; psalmzingt Hem met de luit, en het tiensnarig instrument.

Psalmen 45:8

Al Uw klederen zijn mirre, en aloe, en kassie; uit de elpenbenen paleizen, van waar zij U verblijden.

Psalmen 92:3

Op het tiensnarig instrument en op de luit, met een voorbedacht lied op de harp.

Psalmen 144:9

O God! ik zal U een nieuw lied zingen; met de luit en het tiensnarig instrument zal ik U psalmzingen.

Habakuk 3:19

De Heere HEERE is mijn Sterkte; en Hij zal mijn voeten maken als der hinden, en Hij zal mij doen treden op mijn hoogten. Voor den opperzangmeester op mijn Neginoth.

Treasury of Scripture Knowledge did not add

Public domain