Psalmen 26:4

Ik zit niet bij ijdele lieden, en met bedekte lieden ga ik niet om.

Psalmen 1:1

Welgelukzalig is de man, die niet wandelt in de raad der goddelozen, noch staat op den weg der zondaren, noch zit in het gestoelte der spotters;

Psalmen 119:63

Ik ben een gezel van allen, die U vrezen, en van hen, die Uw bevelen onderhouden.

Psalmen 119:115

Wijkt van mij, gij boosdoeners! dat ik de geboden mijns Gods moge bewaren.

Spreuken 9:6

Verlaat de slechtigheden, en leeft; en treedt in den weg des verstands.

Spreuken 12:11

Die zijn land bouwt, zal van brood verzadigd worden; maar die ijdele mensen volgt, is verstandeloos.

Spreuken 13:20

Die met de wijzen omgaat, zal wijs worden; maar die der zotten metgezel is, zal verbroken worden.

Jeremia 15:17

Ik heb in den raad der bespotters niet gezeten, noch ben van vreugde opgesprongen; vanwege Uw hand heb ik alleen gezeten, want Gij hebt mij met gramschap vervuld.

1 Corinthiërs 15:33

Dwaalt niet, kwade samensprekingen verderven goede zeden.

2 Corinthiër 6:17

Daarom gaat uit het midden van hen, en scheidt u af, zegt de Heere, en raakt niet aan hetgeen onrein is, en Ik zal ulieden aannemen.

Schriftkennis schatkamer niet toegevoegd

Public domain