Psalmen 33:22

Uw goedertierenheid, HEERE! zij over ons; gelijk als wij op U hopen.

Mattheüs 9:29

Toen raakte Hij hun ogen aan, zeggende: U geschiede naar uw geloof.

Psalmen 5:11-12

Maar laat verblijd zijn allen, die op U betrouwen, tot in eeuwigheid; laat hen juichen, omdat Gij hen overdekt; en laat in U van vreugde opspringen, die Uw Naam liefhebben.

Psalmen 13:5

Opdat niet mijn vijand zegge: Ik heb hem overmocht; mijn tegenpartijders zich verheugen, wanneer ik zou wankelen.

Psalmen 32:10

De goddeloze heeft veel smarten, maar die op den HEERE vertrouwt, dien zal de goedertierenheid omringen.

Psalmen 119:49

Zain. Gedenk des woords, tot Uw knecht gesproken, op hetwelk Gij mij hebt doen hopen.

Psalmen 119:76

Laat toch Uw goedertierenheid zijn om mij te troosten, naar Uw toezegging aan Uw knecht.

Schriftkennis schatkamer niet toegevoegd

Public domain