Psalmen 39:2

Ik was verstomd door stilzwijgen, ik zweeg van het goede; maar mijn smart werd verzwaard.

Job 32:19-20

Ziet, mijn buik is als de wijn, die niet geopend is; gelijk nieuwe lederen zakken zou hij bersten.

Psalmen 38:13-14

Ik daarentegen ben als een dove, ik hoor niet, en als een stomme, die zijn mond niet opendoet.

Jesaja 53:7

Als dezelve geeist werd, toen werd Hij verdrukt; doch Hij deed Zijn mond niet open; als een lam werd Hij ter slachting geleid, en als een schaap, dat stom is voor het aangezicht zijner scheerders, alzo deed Hij Zijn mond niet open.

Mattheüs 7:6

Geeft het heilige den honden niet, noch werpt uw paarlen voor de zwijnen; opdat zij niet te eniger tijd dezelve met hun voeten vertreden, en zich omkerende, u verscheuren.

Mattheüs 27:12-14

En als Hij van de overpriesters en de ouderlingen beschuldigd werd, antwoordde Hij niets.

Handelingen 4:20

Want wij kunnen niet laten te spreken, hetgeen wij gezien en gehoord hebben.

Schriftkennis schatkamer niet toegevoegd

Public domain