Parallel Verses
Dutch Staten Vertaling
God zal u ook afbreken in eeuwigheid; Hij zal u wegrapen en u uit de tent uitrukken; ja, Hij zal u uitwortelen uit het land der levenden. Sela.
New American Standard Bible
But God will break you down forever; He will snatch you up and tear you away from your tent, And uproot you from the land of the living. Selah.
Kruisreferenties
Psalmen 27:13
Zo ik niet had geloofd, dat ik het goede des HEEREN zou zien in het land der levenden, ik ware vergaan.
Spreuken 2:22
Maar de goddelozen zullen van de aarde uitgeroeid worden, en de trouwelozen zullen er van uitgerukt worden.
Job 18:14
Zijn vertrouwen zal uit zijn tent uitgerukt worden; zulks zal hem doen treden tot den koning der verschrikkingen.
Job 20:6-7
Wanneer zijn hoogheid tot den hemel toe opklomme, en zijn hoofd tot aan de wolken raakte;
Psalmen 7:14-16
Ziet, hij is in arbeid van ongerechtigheid, en is zwanger van moeite, hij zal leugen baren.
Psalmen 37:35-36
Resch. Ik heb gezien een gewelddrijvende goddeloze, die zich uitbreidde als een groene inlandse boom.
Psalmen 55:23
[ (Psalms 55:24) Maar Gij, o God! zult die doen nederdalen in den put des verderfs; de mannen des bloeds en bedrogs zullen hun dagen niet ter helft brengen; ik, daarentegen, zal op U vertrouwen. ]
Psalmen 64:7-10
Maar God zal hen haastig met een pijl schieten; hun plagen zijn er.
Psalmen 116:9
Ik zal wandelen voor het aangezicht des HEEREN, in de landen der levenden.
Psalmen 120:2-4
O HEERE! red mijn ziel van de valse lippen, van de bedriegelijke tong.
Psalmen 140:9-11
Aangaande het hoofd dergenen, die mij omringen, de overlast hunner lippen overdekke hen.
Spreuken 12:19
Een waarachtige lip zal bevestigd worden in eeuwigheid; maar een valse tong is maar voor een ogenblik.
Spreuken 19:5
Een vals getuige zal niet onschuldig zijn; en die leugen blaast, zal niet ontkomen.
Spreuken 19:9
Een vals getuige zal niet onschuldig zijn; en die leugen blaast, zal vergaan.
Jesaja 22:19
En Ik zal u afstoten van uw staat, en van uw stand zal Hij u verstoren.
Jesaja 38:11
Ik zeide: Ik zal den HEERE niet meer zien, den HEERE, in het land der levenden; ik zal de mensen niet meer aanschouwen met de inwoners der wereld.
Lukas 16:27-28
En hij zeide: Ik bid u dan, vader, dat gij hem zendt tot mijns vaders huis;
Openbaring 21:8
Maar den vreesachtigen, en ongelovigen, en gruwelijken, en doodslagers, en hoereerders, en tovenaars, en afgodendienaars, en al den leugenaars, is hun deel in den poel, die daar brandt van vuur en sulfer; hetwelk is de tweede dood.