Psalmen 78:18

En zij verzochten God in hun hart, begerende spijs naar hun lust.

Numberi 11:4

En het gemene volk, dat in het midden van hen was, werd met lust bevangen; daarom zo weenden ook de kinderen Israels wederom, en zeiden: Wie zal ons vlees te eten geven?

1 Corinthiërs 10:9

En laat ons Christus niet verzoeken, gelijk ook sommigen van hen verzocht hebben, en werden van de slagen vernield.

Exodus 16:2-3

En de ganse vergadering der kinderen Israels murmureerde tegen Mozes en tegen Aaron, in de woestijn.

Deuteronomium 6:16

Gij zult den HEERE, uw God, niet verzoeken, gelijk als gij Hem verzocht hebt te Massa.

Psalmen 95:9

Waar Mij uw vaders verzochten, Mij beproefden, ook Mijn werk zagen.

Psalmen 106:14-15

Maar zij werden belust met lust in de woestijn, en zij verzochten God in de wildernis.

1 Corinthiërs 10:6

En deze dingen zijn geschied ons tot voorbeelden, opdat wij geen lust tot het kwaad zouden hebben, gelijkerwijs als zij lust gehad hebben.

Jakobus 4:2-3

Gij begeert, en hebt niet; gij benijdt en ijvert naar dingen, en kunt ze niet verkrijgen; gij vecht en voert krijg, doch gij hebt niet, omdat gij niet bidt.

Treasury of Scripture Knowledge did not add