Psalmen 78:29

Toen aten zij, en werden zeer zat; zodat Hij hun hun lust toebracht.

Numberi 11:19-20

Gij zult niet een dag, noch twee dagen eten, noch vijf dagen, noch tien dagen, noch twintig dagen;

Psalmen 106:15

Toen gaf Hij hun hun begeerte; maar Hij zond aan hun zielen een magerheid.

Schriftkennis schatkamer niet toegevoegd