Psalmen 88:2

Laat mijn gebed voor Uw aanschijn komen; neig Uw oor tot mijn geschrei.

1 Koningen 8:31

Wanneer iemand tegen zijn naaste zal gezondigd hebben, en hij hem een eed des vloeks opgelegd zal hebben, om zichzelven te vervloeken; en de eed des vloeks voor Uw altaar in dit huis komen zal;

Psalmen 31:2

Neig Uw oor tot mij, red mij haastelijk; wees mij tot een sterke Rotssteen, tot een zeer vast Huis, om mij te behouden.

Psalmen 79:11

Laat het gekerm der gevangenen voor Uw aanschijn komen; behoud overig de kinderen des doods, naar de grootheid Uws arms.

Psalmen 141:1-2

Een psalm van David. HEERE! ik roep U aan, haast U tot mij; neem mijn stem ter ore, als ik tot U roep.

Klaagliederen 3:8

Gimel. Ook wanneer ik roep en schreeuw, sluit Hij de oren voor mijn gebed.

Schriftkennis schatkamer niet toegevoegd

Public domain