Psalmen 89:32

Zo zal Ik hun overtreding met de roede bezoeken, en hun ongerechtigheid met plagen.

2 Samuël 7:14

Ik zal hem zijn tot een Vader, en hij zal Mij zijn tot een zoon; dewelke als hij misdoet, zo zal Ik hem met een mensenroede en met plagen der mensenkinderen straffen.

Exodus 32:34

Doch ga nu heen, leid dit volk, waarheen Ik u gezegd heb; zie, Mijn Engel zal voor uw aangezicht gaan! doch ten dage Mijns bezoekens, zo zal Ik hun zonde over hen bezoeken!

1 Koningen 11:6

Alzo deed Salomo dat kwaad was in de ogen des HEEREN; en volhardde niet den HEERE te volgen, gelijk zijn vader David.

1 Koningen 11:14

Zo verwekte de HEERE Salomo een tegenpartijder, Hadad, den Edomiet; hij was van des konings zaad in Edom.

1 Koningen 11:31

En hij zeide tot Jerobeam: Neem u tien stukken; want alzo zegt de HEERE, de God Israels: Zie, Ik zal het koninkrijk van de hand van Salomo scheuren, en u tien stammen geven.

1 Koningen 11:39

En Ik zal om diens wil het zaad van David verootmoedigen; nochtans niet altijd.

Job 9:34

Dat Hij van op mij Zijn roede wegdoe, en dat Zijn verschrikking mij niet verbaasd make;

Spreuken 3:11-12

Mijn zoon! verwerp de tucht des HEEREN niet, en wees niet verdrietig over Zijn kastijding;

Amos 3:2

Uit alle geslachten des aardbodems heb Ik ulieden alleen gekend; daarom zal Ik al uw ongerechtigheden over ulieden bezoeken.

1 Corinthiërs 11:31-32

Want indien wij onszelven oordeelden, zo zouden wij niet geoordeeld worden.

Hebreeën 12:6-11

Want dien de Heere liefheeft, kastijdt Hij, en Hij geselt een iegelijken zoon, die Hij aanneemt.

Schriftkennis schatkamer niet toegevoegd

Public domain