Psalmen 89:9
Gij heerst over de opgeblazenheid der zee; wanneer haar baren zich verheffen, zo stilt Gij ze.
Psalmen 65:7
Die het bruisen der zeeen stilt, het bruisen harer golven, en het rumoer der volken.
Job 38:8-11
Of wie heeft de zee met deuren toegesloten, toen zij uitbrak, en uit de baarmoeder voortkwam?
Psalmen 29:10
De HEERE heeft gezeten over den watervloed; ja, de HEERE zit, Koning in eeuwigheid.
Psalmen 66:5-6
Komt en ziet Gods daden; Hij is vreselijk van werking aan de mensenkinderen.
Psalmen 93:3-4
De rivieren verheffen, o HEERE! de rivieren verheffen haar bruisen; de rivieren verheffen haar aanstoting.
Psalmen 107:25-29
Als Hij spreekt, zo doet Hij een stormwind opstaan, die haar golven omhoog verheft.
Nahum 1:4
Hij scheldt de zee, en maakt ze droog, en Hij verdroogt alle rivieren; Basan en Karmel kwelen, ook kweelt de bloem van Libanon.
Mattheüs 8:24-27
En ziet, er ontstond een grote onstuimigheid in de zee, alzo dat het schip van de golven bedekt werd; doch Hij sliep.
Mattheüs 14:32
En als zij in het schip geklommen waren, stilde de wind.
Markus 4:39
En Hij opgewekt zijnde, bestrafte den wind, en zeide tot de zee: Zwijg, wees stil! En de wind ging liggen, en er werd grote stilte.
Markus 4:41
En zij vreesden met grote vreze, en zeiden tot elkander: Wie is toch Deze, dat ook de wind en de zee Hem gehoorzaam zijn?
Schriftkennis schatkamer niet toegevoegd