Psalmen 91:12

Zij zullen u op de handen dragen, opdat gij uw voet aan geen steen stoot.

Psalmen 37:24

Als hij valt, zo wordt hij niet weggeworpen, want de HEERE ondersteunt zijn hand.

Spreuken 3:23

Dan zult gij uw weg zeker wandelen, en gij zult uw voet niet stoten.

Jesaja 63:9

In al hun benauwdheid was Hij benauwd, en de Engel Zijns aangezichts heeft hen behouden; door Zijn liefde en door Zijn genade heeft Hij hen verlost; en Hij nam hen op, en Hij droeg hen al de dagen van ouds.

Job 5:23

Want met de stenen des velds zal uw verbond zijn, en het gedierte des velds zal met u bevredigd zijn.

Jesaja 46:3

Hoor naar Mij, o huis van Jakob, en het ganse overblijfsel van het huis Israels! die van Mij gedragen zijt van den buik aan, en opgenomen van de baarmoeder af.

Mattheüs 4:6

En zeide tot Hem: Indien Gij Gods Zoon zijt, werp Uzelven nederwaarts; want er is geschreven, dat Hij Zijn engelen van U bevelen zal, en dat zij U op de handen zullen nemen, opdat Gij niet te eniger tijd Uw voet aan een steen aanstoot.

Lukas 4:11

En dat zij U op de handen nemen zullen, opdat Gij Uw voet niet te eniger tijd aan een steen stoot.

Schriftkennis schatkamer niet toegevoegd

Public domain