Psalmen 98:8

Dat de rivieren met de handen klappen, dat tegelijk de gebergten vreugde bedrijven,

Jesaja 55:12

Want in blijdschap zult gijlieden uittrekken, en met vrede voortgeleid worden; de bergen en heuvelen zullen geschal maken met vrolijk gezang voor uw aangezicht, en alle bomen des velds zullen de handen samenklappen.

2 Koningen 11:12

Daarna bracht hij des konings zoon voor, en zette hem de kroon op, en gaf hem de getuigenis; en zij maakten hem koning, en zalfden hem; daartoe klapten zij met de handen, en zeiden: De koning leve!

Psalmen 47:1

Een psalm, voor den opperzangmeester, onder de kinderen van Korach. (1a) Al gij volken, klapt in de hand; juicht Gode met een stem van vreugdegezang.

Psalmen 65:12-13

Zij bedruipen de weiden der woestijn; en de heuvelen zijn aangegord met verheuging.

Psalmen 89:12

Het noorden en het zuiden, die hebt Gij geschapen; Thabor en Hermon juichen in Uw Naam.

Psalmen 93:3

De rivieren verheffen, o HEERE! de rivieren verheffen haar bruisen; de rivieren verheffen haar aanstoting.

Treasury of Scripture Knowledge did not add