Judges
Richteren 2:6
Als Jozua het volk had laten gaan, zo waren de kinderen Israels heengegaan, een ieder tot zijn erfdeel, om het land erfelijk te bezitten.
Jozua 24:28-31
Toen zond Jozua het volk weg, een ieder naar zijn erfdeel.
Jozua 22:6
Alzo zegende hen Jozua, en hij liet hen gaan; en zij gingen naar hun tenten.
Schriftkennis schatkamer niet toegevoegd