Richteren 8:16
En hij nam de oudsten dier stad, en doornen der woestijn, en distelen, en deed het den lieden van Sukkoth door dezelve verstaan.
Richteren 8:7
Toen zeide Gideon: Daarom, als de HEERE Zebah en Tsalmuna in mijn hand geeft, zo zal ik uw vlees dorsen met doornen der woestijn, en met distelen.
Ezra 2:6
De kinderen van Pahath-Moab, van de kinderen van Jesua-Joab, twee duizend achthonderd en twaalf.
Spreuken 10:13
In de lippen des verstandigen wordt wijsheid gevonden; maar op den rug des verstandelozen de roede.
Spreuken 19:29
Gerichten zijn voor de spotters bereid, en slagen voor den rug der zotten.
Micha 7:4
De beste van hen is als een doorn; de oprechtste is scherper dan een doornheg; de dag uwer wachters, uw bezoeking, is gekomen; nu zal hunlieder verwarring wezen.
Schriftkennis schatkamer niet toegevoegd