Spreuken 10:13

In de lippen des verstandigen wordt wijsheid gevonden; maar op den rug des verstandelozen de roede.

Spreuken 26:3

Een zweep is voor het paard, een toom voor den ezel, en een roede voor den rug der zotten.

Spreuken 6:32

Maar die met een vrouw overspel doet, is verstandeloos; hij verderft zijn ziel, die dat doet;

Exodus 10:12

Toen zeide de HEERE tot Mozes: Strek uw hand uit over Egypteland, om de sprinkhanen, dat zij opkomen over Egypteland, en al het kruid des lands opeten, al wat de hagel heeft over gelaten.

Psalmen 32:9

Weest niet gelijk een paard, gelijk een muilezel, hetwelk geen verstand heeft, welks muil men breidelt met toom en gebit, opdat het tot u niet genake.

Spreuken 7:22

Hij ging haar straks achterna, gelijk een os ter slachting gaat, en gelijk een dwaas tot de tuchtiging der boeien.

Spreuken 10:10-11

Die met het oog wenkt, richt smart aan; en een dwaas van lippen zal omgeworpen worden.

Spreuken 10:21

De lippen des rechtvaardigen voeden er velen; maar de dwazen sterven door gebrek van verstand.

Spreuken 10:31

De mond des rechtvaardigen brengt overvloediglijk wijsheid voort; maar de tong der verkeerdheden zal uitgeroeid worden.

Spreuken 15:7

De lippen der wijzen zullen de wetenschap uitstrooien; maar het hart der zotten niet alzo.

Spreuken 15:23

Een man heeft blijdschap in het antwoord zijns monds; en hoe goed is een woord op zijn tijd!

Spreuken 17:10

De bestraffing gaat dieper in den verstandige, dan den zot honderd maal te slaan.

Spreuken 19:29

Gerichten zijn voor de spotters bereid, en slagen voor den rug der zotten.

Spreuken 20:15

Goud is er, en menigte van robijnen; maar de lippen de wetenschap zijn een kostelijk kleinood.

Spreuken 27:22

Al stiet gij den dwaas in een mortier met een stamper, in het midden van het gestoten graan, zijn dwaasheid zou van hem niet afwijken.

Jesaja 50:4

De Heere HEERE heeft Mij een tong der geleerden gegeven, opdat Ik wete met den moede een woord ter rechter tijd te spreken; Hij wekt allen morgen, Hij wekt Mij het oor, dat Ik hore, gelijk die geleerd worden.

Lukas 4:22

En zij gaven Hem allen getuigenis, en verwonderden zich over de aangename woorden, die uit Zijn mond voortkwamen; en zeiden: Is deze niet de Zoon van Jozef?

Schriftkennis schatkamer niet toegevoegd

Public domain