Romeinen 12:2

En wordt dezer wereld niet gelijkvormig; maar wordt veranderd door de vernieuwing uws gemoeds, opdat gij moogt beproeven, welke de goede, en welbehagelijke en volmaakte wil van God zij.

1 Petrus 1:14

Als gehoorzame kinderen, wordt niet gelijkvormig aan de begeerlijkheden, die te voren in uw onwetendheid waren;

Efeziërs 5:17

Daarom zijt niet onverstandig, maar verstaat, welke de wil des Heeren zij.

Spreuken 3:1-4

Mijn zoon! vergeet mijn wet niet, maar uw hart beware mijn geboden.

Romeinen 12:1

Ik bid u dan, broeders, door de ontfermingen Gods, dat gij uw lichamen stelt tot een levende, heilige en Gode welbehagelijke offerande, welke is uw redelijke godsdienst.

Psalmen 34:8

Teth. Smaakt en ziet, dat de HEERE goed is; welgelukzalig is de man, die op Hem betrouwt.

Psalmen 51:10

Schep mij een rein hart, o God! en vernieuw in het binnenste van mij een vasten geest.

2 Corinthiër 5:17

Zo dan, indien iemand in Christus is, die is een nieuw schepsel; het oude is voorbijgegaan, ziet, het is alles nieuw geworden.

Psalmen 119:47-48

En ik zal mij vermaken in Uw geboden, die ik liefheb.

Spreuken 3:13-18

Welgelukzalig is de mens, die wijsheid vindt, en de mens, die verstandigheid voortbrengt!

Ezechiël 36:26

En Ik zal u een nieuw hart geven, en zal een nieuwen geest geven in het binnenste van u; en Ik zal het stenen hart uit uw vlees wegnemen, en zal u een vlesen hart geven.

Colossenzen 3:10

En aangedaan hebt den nieuwen mens, die vernieuwd wordt tot kennis, naar het evenbeeld Desgenen, Die hem geschapen heeft;

Titus 3:5

Heeft Hij ons zalig gemaakt, niet uit de werken der rechtvaardigheid, die wij gedaan hadden, maar naar Zijn barmhartigheid, door het bad der wedergeboorte en vernieuwing des Heiligen Geestes;

Psalmen 19:7-11

De wet des HEEREN is volmaakt, bekerende de ziel; de getuigenis des HEEREN is gewis, den slechten wijsheid gevende.

Psalmen 119:174

O HEERE! ik verlang naar Uw heil, en Uw wet is al mijn vermaking.

Johannes 15:19

Indien gij van de wereld waart, zo zou de wereld het hare liefhebben; doch omdat gij van de wereld niet zijt, maar Ik u uit de wereld heb uitverkoren, daarom haat u de wereld.

Romeinen 13:14

Maar doet aan den Heere Jezus Christus, en verzorgt het vlees niet tot begeerlijkheden.

Galaten 1:4

Die Zichzelven gegeven heeft voor onze zonden, opdat Hij ons trekken zou uit deze tegenwoordige boze wereld, naar den wil van onzen God en Vader;

Colossenzen 4:12

U groet Epafras, die uit de uwen is, een dienstknecht van Christus, te allen tijde strijdende voor u in de gebeden, opdat gij staan moogt volmaakt en volkomen in al den wil van God.

1 Thessalonicenzen 4:3

Want dit is de wil van God, uw heiligmaking: dat gij u onthoudt van de hoererij;

2 Timotheüs 3:16-17

Al de Schrift is van God ingegeven, en is nuttig tot lering, tot wederlegging, tot verbetering, tot onderwijzing, die in de rechtvaardigheid is;

Jakobus 4:4

Overspelers en overspeleressen, weet gij niet, dat de vriendschap der wereld een vijandschap Gods is? Zo wie dan een vriend der wereld wil zijn, die wordt een vijand van God gesteld.

2 Petrus 2:20

Want indien zij, nadat zij door de kennis van den Heere en Zaligmaker Jezus Christus, de besmettingen der wereld ontvloden zijn, en in dezelve wederom ingewikkeld zijnde, van dezelve overwonnen worden, zo is hun het laatste erger geworden dan het eerste.

1 Johannes 2:15-17

Hebt de wereld niet lief, noch hetgeen in de wereld is; zo iemand de wereld liefheeft, de liefde des Vaders is niet in hem.

1 Johannes 4:4-5

Kinderkens, gij zijt uit God, en hebt hen overwonnen; want Hij is meerder, Die in u is, dan die in de wereld is.

Openbaring 13:8

En allen, die op de aarde wonen, zullen hetzelve aanbidden, welker namen niet zijn geschreven in het boek des levens, des Lams, Dat geslacht is, van de grondlegging der wereld.

Psalmen 119:72

De wet Uws monds is mij beter, dan duizenden van goud of zilver.

Psalmen 119:97

Mem. Hoe lief heb ik Uw wet! Zij is mijn betrachting den gansen dag.

Psalmen 119:103

Hoe zoet zijn Uw redenen mijn gehemelte geweest, meer dan honig mijn mond!

Psalmen 119:128

Daarom heb ik alle Uw bevelen, van alles, voor recht gehouden; maar alle valse pad heb ik gehaat.

Johannes 7:7

De wereld kan ulieden niet haten, maar Mij haat zij, omdat Ik van dezelve getuig, dat haar werken boos zijn.

Johannes 17:14

Ik heb hun Uw woord gegeven; en de wereld heeft ze gehaat, omdat zij van de wereld niet zijn, gelijk als Ik van de wereld niet ben.

Romeinen 7:12

Alzo is dan de wet heilig, en het gebod is heilig, en rechtvaardig, en goed.

Romeinen 7:22

Want ik heb een vermaak in de wet Gods, naar den inwendigen mens;

1 Corinthiërs 3:19

Want de wijsheid dezer wereld is dwaasheid bij God; want er is geschreven: Hij vat de wijzen in hun arglistigheid;

2 Corinthiër 4:4

In dewelke de god dezer eeuw de zinnen verblind heeft, namelijk der ongelovigen, opdat hen niet bestrale de verlichting van het Evangelie der heerlijkheid van Christus, Die het Beeld Gods is.

Jakobus 1:27

De zuivere en onbevlekte godsdienst voor God en den Vader is deze: wezen en weduwen bezoeken in hun verdrukking, en zichzelven onbesmet bewaren van de wereld.

1 Johannes 3:13

Verwondert u niet, mijn broeders, zo u de wereld haat.

1 Johannes 5:19

Wij weten, dat wij uit God zijn, en dat de gehele wereld ligt in het boze.

Exodus 23:2

Gij zult de menigte tot boze zaken niet volgen; en gij zult niet spreken in een twistige zaak, dat gij u neigt naar de menigte, om het recht te buigen.

Leviticus 18:29-30

Want al wie enige van deze gruwelen doen zal, die zielen, die ze doen, zullen uit het midden van haar volk uitgeroeid worden.

Deuteronomium 18:9-14

Wanneer gij komt in het land, dat de HEERE, uw God, u geven zal, zo zult gij niet leren te doen naar de gruwelen van dezelve volken.

Ezechiël 18:31

Werpt van u weg al uw overtredingen, waardoor gij overtreden hebt, en maakt u een nieuw hart en een nieuwen geest; want waarom zoudt gij sterven, o huis Israels?

Johannes 14:30

Ik zal niet meer veel met u spreken; want de overste dezer wereld komt, en heeft aan Mij niets.

Romeinen 7:14

Want wij weten, dat de wet geestelijk is, maar ik ben vleselijk, verkocht onder de zonde.

Galaten 5:22-23

Maar de vrucht des Geestes is liefde, blijdschap, vrede, lankmoedigheid, goedertierenheid, goedheid, geloof, zachtmoedigheid, matigheid.

Efeziërs 1:18

Namelijk verlichte ogen uws verstands, opdat gij moogt weten, welke zij de hoop van Zijn roeping, en welke de rijkdom zij der heerlijkheid van Zijn erfenis in de heiligen;

Efeziërs 2:2

In welke gij eertijds gewandeld hebt, naar de eeuw dezer wereld, naar den overste van de macht der lucht, van den geest, die nu werkt in de kinderen der ongehoorzaamheid;

Efeziërs 4:17-20

Ik zeg dan dit, en betuig het in den Heere, dat gij niet meer wandelt, gelijk als de andere heidenen wandelen in de ijdelheid huns gemoeds.

Efeziërs 4:22-24

Te weten dat gij zoudt afleggen, aangaande de vorige wandeling, den ouden mens, die verdorven wordt door de begeerlijkheden der verleiding;

Colossenzen 1:21-22

En Hij heeft u, die eertijds vervreemd waart, en vijanden door het verstand in de boze werken, nu ook verzoend,

1 Petrus 1:18

Wetende dat gij niet door vergankelijke dingen, zilver of goud, verlost zijt uit uw ijdele wandeling, die u van de vaderen overgeleverd is;

1 Petrus 2:3

Indien gij anders gesmaakt hebt, dat de Heere goedertieren is.

1 Petrus 4:2

Om nu niet meer naar de begeerlijkheden der mensen, maar naar den wil van God, den tijd, die overig is in het vlees, te leven.

2 Petrus 1:4

Door welke ons de grootste en dierbare beloften geschonken zijn, opdat gij door dezelve der goddelijke natuur deelachtig zoudt worden, nadat gij ontvloden zijt het verderf, dat in de wereld is door de begeerlijkheid.

Openbaring 12:9

En de grote draak is geworpen, namelijk de oude slang, welke genaamd wordt duivel en satanas, die de gehele wereld verleidt, hij is, zeg ik, geworpen op de aarde; en zijn engelen zijn met hem geworpen.

Efeziërs 5:9-10

(Want de vrucht des Geestes is in alle goedigheid, en rechtvaardigheid, en waarheid),

2 Corinthiër 6:14-17

Trekt niet een ander juk aan met de ongelovigen; want wat mededeel heeft de gerechtigheid met de ongerechtigheid, en wat gemeenschap heeft het licht met de duisternis?

Schriftkennis schatkamer niet toegevoegd

Public domain