Ruth
- 69 En
- 52 De
- 47 Zij
- 36 Van
- 36 Zeide
- 34 Tot
- 33 Haar
- 33 Het
- 30 Gij
- 27 Dat
- 25 Een
- 24 Te
- 24 Zijn
- 23 Niet
- 22 Die
- 22 Hij
- 21 Ik
- 20 Naomi
- 20 Op
- 18 Boaz
- 18 Mij
- 18 Zo
- 17 Uw
- 16 Den
- 15 Als
- 15 Om
- 14 Heere
- 14 Mijn
- 14 Nu
- 14 Was
- 14 Zal
- 13 Man
- 13 Ook
- 13 Want
- 12 Maar
- 12 Ruth
- 12 Toen
- 11 Aan
- 11 Had
- 11 Met
- 10 Bij
- 10 Heeft
- 10 Uit
- 10 Wat
- 9 Alzo
- 9 Deze
- 9 Naam
- 9 Schoonmoeder
- 9 Vrouw
- 9 Zijt
- 8 Dochter
- 8 Heb
- 8 Over
- 8 Weder
- 8 Zich
- 8 Zult
- 7 Dan
- 7 Hem
- 7 Losser
- 7 Moabietische
- 7 Volk
- 7 Zonen
- 6 Bethlehem
- 6 Elimelech
- 6 Ging
- 6 Hebt
- 6 Kwam
- 6 Laat
- 6 Land
- 6 Maaiers
- 6 Totdat
- 6 Twee
- 6 Veld
- 6 Waar
- 6 Werd
- 5 Achter
- 5 Al
- 5 Ben
- 5 Der
- 5 Des
- 5 Ga
- 5 Gewon
- 5 Hebben
- 5 Heden
- 5 Huis
- 5 Stad
- 5 Velden
- 5 Voor
- 5 Zeiden
- 4 Aanvaard
- 4 Aldaar
- 4 Alles
- 4 Dit
- 4 Doen
- 4 Dorsvloer
- 4 Gaan
- 4 Gerst
- 4 Gezegd
- 4 Heen
- 4 Hield
Ruth
- 85
- 12 De heer
- 12 De Heere
- 12 De Heere
- 3 Den heer
- 2 Ik ben
- 2 Ik ben
- 2 In het land
- 2 Niet bekend
- 1 Een getuige
- 1 Een getuige
- 1 Genade gevonden in uw ogen
- 1 Genade gevonden in uw ogen
- 1 Genade gevonden in uw ogen
- 1 In het begin
- 1 Mijn volk.
- 1 Rust zoeken
- 1 Voor mij
- 1 Vrees niet
- 1 Wij zijn getuigen
- 1 Zeven zonen