Ruth 3:11

En nu, mijn dochter, vrees niet; al wat gij gezegd hebt, zal ik u doen; want de ganse stad mijns volks weet, dat gij een deugdelijke vrouw zijt.

Spreuken 12:4

Een kloeke huisvrouw is een kroon haars heren; maar die beschaamt maakt, is als verrotting in zijn beenderen.

Spreuken 31:10

Aleph. Wie zal een deugdelijke huisvrouw vinden? Want haar waardij is verre boven de robijnen.

Spreuken 31:29-31

Resch. Vele dochteren hebben deugdelijke gehandeld; maar gij gaat die allen te boven.

Schriftkennis schatkamer niet toegevoegd