Ruth 3:4

En het zal geschieden, als hij nederligt, dat gij de plaats zult merken, waar hij zal nedergelegen zijn; ga dan in, en sla zijn voetdeksel op, en leg u; zo zal hij u te kennen geven, wat gij doen zult.

1 Thessalonicenzen 5:22

Onthoudt u van allen schijn des kwaads.

Schriftkennis schatkamer niet toegevoegd