Spreuken 10:27
De vreze des HEEREN vermeerdert de dagen; maar de jaren der goddelozen worden verkort.
Job 15:32-33
Als zijn dag nog niet is, zal hij vervuld worden; want zijn tak zal niet groenen.
Spreuken 3:2
Want langheid van dagen, en jaren van leven, en vrede zullen zij u vermeerderen.
Spreuken 9:11
Want door Mij zullen uw dagen vermenigvuldigen, en de jaren des levens zullen u toegedaan worden.
Psalmen 55:23
[ (Psalms 55:24) Maar Gij, o God! zult die doen nederdalen in den put des verderfs; de mannen des bloeds en bedrogs zullen hun dagen niet ter helft brengen; ik, daarentegen, zal op U vertrouwen. ]
Job 22:15-16
Hebt gij het pad der eeuw waargenomen, dat de ongerechtige lieden betreden hebben?
Psalmen 21:4
Het leven heeft hij van U begeerd. Gij hebt het hem gegeven; lengte van dagen, eeuwiglijk en altoos.
Psalmen 34:11-13
Lamed. Komt, gij, kinderen! hoort naar mij! ik zal u des HEEREN vreze leren.
Psalmen 91:16
Ik zal hem met langheid der dagen verzadigen, en Ik zal hem Mijn heil doen zien.
Spreuken 3:16
Langheid der dagen is in haar rechterhand, in haar linkerhand rijkdom en eer.
Prediker 7:17
Wees niet al te goddeloos, noch wees al te dwaas; waarom zoudt gij sterven buiten uw tijd?
Jeremia 17:11
Gelijk een veldhoen eieren vergadert, maar broedt ze niet uit, alzo is hij, die rijkdom vergadert, doch niet met recht; in de helft zijner dagen zal hij dien moeten verlaten, en in zijn laatste een dwaas zijn.
Lukas 12:20
Maar God zeide tot hem: Gij dwaas! in dezen nacht zal men uw ziel van u afeisen; en hetgeen gij bereid hebt, wiens zal het zijn?
Schriftkennis schatkamer niet toegevoegd