Parallel Verses
Dutch Staten Vertaling
De weg des dwazen is recht in zijn ogen; maar die naar raad hoort, is wijs.
New American Standard Bible
The way of a fool is right in his own eyes, But a wise man is he who listens to counsel.
Onderwerpen
Kruisreferenties
Spreuken 16:2
Alle wegen des mans zijn zuiver in zijn ogen; maar de HEERE weegt de geesten.
Spreuken 3:7
Zijt niet wijs in uw ogen; vrees den HEERE, en wijk van het kwade.
Spreuken 16:25
Er is een weg, die iemand recht schijnt; maar het laatste van dien zijn wegen des doods.
Spreuken 1:5
Die wijs is, zal horen, en zal in lere toenemen; en die verstandig is, zal wijzen raad bekomen.
Spreuken 19:20
Hoor raad, en ontvang tucht, opdat gij in uw laatste wijs zijt.
Spreuken 9:9
Leer den wijze, zo zal hij nog wijzer worden; onderwijs den rechtvaardige, zo zal hij in leer toenemen.
Spreuken 14:12
Er is een weg, die iemand recht schijnt; maar het laatste van dien zijn wegen des doods.
Spreuken 14:16
De wijze vreest, en wijkt van het kwade; maar de zot is oplopende toornig, en zorgeloos.
Spreuken 26:12
Hebt gij een man gezien, die wijs in zijn ogen is! Van een zot is meer verwachting dan van hem.
Lukas 18:11
De Farizeer, staande, bad dit bij zichzelven: O God! ik dank U, dat ik niet ben gelijk de anderen mensen, rovers, onrechtvaardigen, overspelers; of ook gelijk deze tollenaar.
Galaten 6:3
Want zo iemand meent iets te zijn, daar hij niets is, die bedriegt zichzelven in zijn gemoed.
Spreuken 21:2
Alle weg des mensen is recht in zijn ogen; maar de HEERE weegt de harten.
Spreuken 26:16
De luiaard is wijzer in zijn ogen, dan zeven, die met rede antwoorden.
Spreuken 28:11
Een rijk man is wijs in zijn ogen; maar de arme, die verstandig is, doorzoekt hem.
Spreuken 30:12
Een geslacht, dat rein in zijn ogen is, en van zijn drek niet gewassen is;
Prediker 4:13
Beter is een arm en wijs jongeling, dan een oud en zot koning, die niet weet van meer vermaand te worden.
Jeremia 38:15-28
En Jeremia zeide tot Zedekia: Als ik het u verklaren zal, zult gij mij niet zekerlijk doden? En als ik u raad zal geven, gij zult toch naar mij niet horen.