56 Bijbelvers over Dwazen
Meest relevante verzen
Spreek niet voor het oor van een zot, want hij zou het verstand uwer woorden verachten.
Die met de wijzen omgaat, zal wijs worden; maar die der zotten metgezel is, zal verbroken worden.
De zot heeft geen lust aan verstandigheid, maar daarin, dat zijn hart zich ontdekt.
Een kloekzinnig mens bedekt de wetenschap; maar het hart der zotten roept dwaasheid uit.
Een zot laat zijn gansen geest uit, maar de wijze wederhoudt dien achterwaarts.
Antwoord den zot naar zijn dwaasheid niet, opdat gij ook hem niet gelijk wordt.
Ziet dan, hoe gij voorzichtiglijk wandelt, niet als onwijzen, maar als wijzen.
De weg des dwazen is recht in zijn ogen; maar die naar raad hoort, is wijs.
De mond des zots is hemzelven een verstoring, en zijn lippen een strik zijner ziel.
Die op zijn hart vertrouwt, die is een zot; maar die in wijsheid wandelt, die zal ontkomen.
Het hart des wijzen is tot zijn rechterhand, maar het hart eens zots is tot zijn linkerhand.
Hebt gij een man gezien, die wijs in zijn ogen is! Van een zot is meer verwachting dan van hem.
Wij zijn dwazen om Christus' wil, maar gij zijt wijzen in Christus; wij zijn zwakken, maar gij sterken; gij zijt heerlijken, maar wij verachten.
De woorden der wijzen moeten in stilheid aangehoord worden, meer dan het geroep desgenen, die over de zotten heerst.
Een dwaas zelfs, die zwijgt, zal wijs geacht worden, en die zijn lippen toesluit, verstandig.
Gerichten zijn voor de spotters bereid, en slagen voor den rug der zotten.
De vrees des HEEREN is het beginsel der wetenschap; de dwazen verachten wijsheid en tucht.
De woorden van een wijzen mond zijn aangenaam; maar de lippen van een zot verslinden hemzelve.
Wanneer gij een gelofte aan God zult beloofd hebben, stel niet uit dezelve te betalen; want Hij heeft geen lust aan zotten; wat gij zult beloofd hebben, betaal het.
Niemand bedriege zichzelven. Zo iemand onder u dunkt, dat hij wijs is in deze wereld, die worde dwaas, opdat hij wijs moge worden.
De wijzen zullen eer beerven; maar elkeen der zotten neemt schande op zich.
Wees niet te snel met uw mond, en uw hart haaste niet een woord voort te brengen voor Gods aangezicht; want God is in den hemel, en gij zijt op de aarde; daarom laat uw woorden weinig zijn.
Hebt gij een man gezien, die haastig in zijn woorden is? Van een zot is meer verwachting dan van hem.
Ga weg van de tegenwoordigheid eens zotten mans; want gij zoudt bij hem geen lippen der wetenschap merken.
Antwoord den zot naar zijn dwaasheid, opdat hij in zijn ogen niet wijs zij.
Een dwaas wordt gezet in grote hoogheden, maar de rijken zitten in de laagte.
Een onvernuftig man weet er niet van, en een dwaas verstaat ditzelve niet;
In den mond des dwazen is een roede des hoogmoeds; maar de lippen der wijzen bewaren hen.
Het is voor den zot als spel, schandelijkheid te doen; maar voor een man van verstand, wijsheid te plegen.
De wijsheid des kloekzinnigen is zijn weg te verstaan; maar dwaasheid der zotten is bedriegerij.
Aanmerkt, gij onvernuftigen onder het volk! en gij dwazen! wanneer zult gij verstandig worden?
De begeerte, die geschiedt, is zoet voor de ziel; maar het is den zotten een gruwel van het kwade af te wijken.
Gelijk een veldhoen eieren vergadert, maar broedt ze niet uit, alzo is hij, die rijkdom vergadert, doch niet met recht; in de helft zijner dagen zal hij dien moeten verlaten, en in zijn laatste een dwaas zijn.
Het is beter te horen het bestraffen des wijzen, dan dat iemand hore het gezang der dwazen.
Waarom toch zou in de hand des zots het koopgeld zijn, om wijsheid te kopen, dewijl hij geen verstand heeft?
Dat een beer, die van jongen beroofd is, een man tegemoet kome, maar niet een zot in zijn dwaasheid.
Maar God zeide tot hem: Gij dwaas! in dezen nacht zal men uw ziel van u afeisen; en hetgeen gij bereid hebt, wiens zal het zijn?
Zijt niet haastig in uw geest om te toornen; want de toorn rust in den boezem der dwazen.
En aldaar zal een verheven baan en een weg zijn, welke de heilige weg zal genaamd worden; de onreine zal er niet doorgaan, maar hij zal voor deze zijn; die dezen weg wandelt, zelfs de dwazen zullen niet dwalen.
De wijn is een spotter, de sterke drank is woelachtig; al wie daarin dwaalt, zal niet wijs zijn.
Gij dwaas, hetgeen gij zaait, wordt niet levend, tenzij dat het gestorven is;
Gelijk een hond tot zijn uitspuwsel wederkeert, alzo herneemt de zot zijn dwaasheid.
Gelijk de sneeuw in den zomer, en gelijk de regen in den oogst, alzo past den zot de eer niet.
In het aangezicht des verstandigen is wijsheid; maar de ogen des zots zijn in het einde der aarde.
Onderwerpen over Dwazen
Beschrijving Van Dwazen
Titus 3:3Want ook wij waren eertijds onwijs, ongehoorzaam, dwalende, menigerlei begeerlijkheden en wellusten dienende, in boosheid en nijdigheid levende, hatelijk zijnde, en elkander hatende.
Dwazen Die Wijzen Worden
Spreuken 13:20Die met de wijzen omgaat, zal wijs worden; maar die der zotten metgezel is, zal verbroken worden.
Dwazen, In De Leer Van Jezus Christus
Mattheüs 23:16-17Wee u, gij blinde leidslieden, die zegt: Zo wie gezworen zal hebben bij den tempel, dat is niets; maar zo wie gezworen zal hebben bij het goud des tempels, die is schuldig.
Geteld Als Dwazen
2 Samuël 3:33En de koning maakte een klage over Abner, en zeide: Is dan Abner gestorven, als een dwaas sterft?
Gods Houding Tot De Dwazen
Lukas 12:20Maar God zeide tot hem: Gij dwaas! in dezen nacht zal men uw ziel van u afeisen; en hetgeen gij bereid hebt, wiens zal het zijn?
Het Werk Van Dwazen
Prediker 10:15De arbeid der zotten maakt een iegelijk van hen moede; dewijl zij niet weten naar de stad te gaan.
Kenmerken Van Dwazen
1 Corinthiërs 4:10Wij zijn dwazen om Christus' wil, maar gij zijt wijzen in Christus; wij zijn zwakken, maar gij sterken; gij zijt heerlijken, maar wij verachten.
Woede Kenmerkend Voor Dwazen
Spreuken 12:16De toorn des dwazen wordt ten zelven dage bekend; maar die kloekzinnig is, bedekt de schande.