Parallel Verses
Dutch Staten Vertaling
De mond des zots is hemzelven een verstoring, en zijn lippen een strik zijner ziel.
New American Standard Bible
A fool's mouth is his ruin, And his lips are the snare of his soul.
Onderwerpen
Kruisreferenties
Spreuken 10:14
De wijzen leggen wetenschap weg; maar den mond des dwazen is de verstoring nabij.
Spreuken 12:13
In de overtreding der lippen is de strik des bozen; maar de rechtvaardige zal uit de benauwdheid uitkomen.
Spreuken 13:3
Die zijn mond bewaart, behoudt zijn ziel; maar voor hem is verstoring, die zijn lippen wijd opendoet.
Psalmen 64:8
En hun tong zal hen doen aanstoten tegen zichzelven; een ieder, die hen ziet, zal zich wegpakken.
Psalmen 140:9
Aangaande het hoofd dergenen, die mij omringen, de overlast hunner lippen overdekke hen.
Richteren 11:35
En het geschiedde, als hij haar zag, zo verscheurde hij zijn klederen, en zeide: Ach, mijn dochter! gij hebt mij ganselijk nedergebogen, en gij zijt onder degenen, die mij beroeren; want ik heb mijn mond opengedaan tot den HEERE, en ik zal niet kunnen teruggaan.
1 Samuël 14:24-46
En de mannen van Israel werden mat te dien dage; want Saul had het volk bezworen, zeggende: Vervloekt zij de man, die spijze eet tot aan den avond, opdat ik mij aan mijn vijanden wreke! Daarom proefde dat ganse volk geen spijs.
Spreuken 6:2
Gij zijt verstrikt met de redenen uws monds; gij zijt gevangen met de redenen uws monds.
Spreuken 10:8
Die wijs van hart is, neemt de geboden aan; maar die dwaas is van lippen, zal omgeworpen worden.
Prediker 10:11-14
Indien de slang gebeten heeft, eer der bezwering geschied is, dan is er geen nuttigheid voor den allerwelsprekendsten bezweerder.
Markus 6:23-28
En hij zwoer haar: Zo wat gij van mij zult eisen, zal ik u geven, ook tot de helft mijns koninkrijks!
Handelingen 23:14-22
Dewelke gingen tot de overpriesters en de ouderlingen, en zeiden: Wij hebben ons zelven met vervloeking vervloekt, niets te zullen nuttigen, totdat wij Paulus zullen gedood hebben.