Spreuken 19:7
Al de broeders des armen haten hem; hoeveel te meer gaan zijn vrienden verre van hem! Hij loopt hen na met woorden die niets zijn.
Psalmen 38:11
Mijn liefhebbers en mijn vrienden staan van tegenover mijn plage, en mijn nabestaanden staan van verre.
Spreuken 19:4
Het goed brengt veel vrienden toe; maar de arme wordt van zijn vriend gescheiden.
Spreuken 18:23
De arme spreekt smekingen; maar de rijke antwoordt harde dingen.
Psalmen 88:8
Mijn bekenden hebt Gij verre van mij gedaan, Gij hebt mij hun tot een groten gruwel gesteld; ik ben besloten, en kan niet uitkomen.
Psalmen 88:18
[ (Psalms 88:19) Gij hebt vriend en metgezel verre van mij gedaan; mijn bekenden zijn in duisternis. ]
Spreuken 14:20
De arme wordt zelfs van zijn vriend gehaat; maar de liefhebbers des rijken zijn vele.
Spreuken 21:13
Die zijn oor stopt voor het geschrei des armen, die zal ook roepen, en niet verhoord worden.
Prediker 9:15-16
En men vond daar een armen wijzen man in, die de stad verloste door zijn wijsheid; maar geen mens gedacht denzelven armen man.
Lukas 18:38-40
En hij riep, zeggende: Jezus, Gij Zone Davids, ontferm U mijner!
Jakobus 2:6
Maar gij hebt den armen oneer aangedaan. Overweldigen u niet de rijken, en trekken zij u niet tot de rechterstoelen?
Jakobus 2:15-16
Indien er nu een broeder of zuster naakt zouden zijn, en gebrek zouden hebben aan dagelijks voedsel;
1 Johannes 3:17-18
Zo wie nu het goed der wereld heeft, en ziet zijn broeder gebrek hebben, en sluit zijn hart toe voor hem, hoe blijft de liefde Gods in hem?
Schriftkennis schatkamer niet toegevoegd