Spreuken 23:15
Mijn zoon! zo uw hart wijs is, mijn hart zal blijde zijn, ja, ik.
Spreuken 29:3
Een man, die de wijsheid bemint, verblijdt zijn vader; maar die een metgezel der hoeren is, brengt het goed door.
Spreuken 23:24-25
De vader des rechtvaardigen zal zich zeer verheugen; en die een wijzen zoon gewint, zal zich over hem verblijden.
Spreuken 1:10
Mijn zoon! indien de zondaars u aanlokken, bewillig niet;
Spreuken 2:1
Mijn zoon! zo gij mijn redenen aanneemt, en mijn geboden bij u weglegt;
Spreuken 4:1
Hoort, gij kinderen! de tucht des vaders, en merkt op, om verstand te weten.
Spreuken 10:1
De spreuken van Salomo. Een wijs zoon verblijdt den vader; maar een zot zoon is zijner moeder droefheid.
Spreuken 15:20
Een wijs zoon zal den vader verblijden; maar een zot mens veracht zijn moeder.
Jeremia 32:41
En Ik zal Mij over hen verblijden, dat Ik hun weldoe; en Ik zal hen getrouwelijk in dat land planten, met Mijn ganse hart en met Mijn ganse ziel.
Zefanja 3:17
De HEERE uw God, is in het midden van u, een Held, Die verlossen zal; Hij zal over u vrolijk zijn met blijdschap, Hij zal zwijgen in Zijn liefde, Hij zal Zich over u verheugen met gejuich.
Mattheüs 9:2
En Jezus, hun geloof ziende, zeide tot den geraakte: Zoon! wees welgemoed; uw zonden zijn u vergeven.
Lukas 15:23-24
En brengt het gemeste kalf, en slacht het; en laat ons eten en vrolijk zijn.
Lukas 15:32
Men behoorde dan vrolijk en blijde te zijn; want deze uw broeder was dood, en is weder levend geworden; en hij was verloren, en is gevonden.
Johannes 15:11
Deze dingen heb Ik tot u gesproken, opdat Mijn blijdschap in u blijve, en uw blijdschap vervuld worde.
Johannes 21:5
Jezus dan zeide tot hen: Kinderkens, hebt gij niet enige toespijs? Zij antwoordden Hem: Neen.
1 Thessalonicenzen 2:19-20
Want welke is onze hoop, of blijdschap, of kroon des roems? Zijt gij die ook niet voor onzen Heere Jezus Christus in Zijn toekomst?
1 Thessalonicenzen 3:8-9
Want nu leven wij, indien gij vast staat in den Heere.
1 Johannes 2:1
Mijn kinderkens, ik schrijf u deze dingen, opdat gij niet zondigt. En indien iemand gezondigd heeft, wij hebben een Voorspraak bij den Vader, Jezus Christus, den Rechtvaardige;
2 Johannes 1:4
Ik ben zeer verblijd geweest, dat ik van uw kinderen gevonden heb, die in de waarheid wandelen, gelijk wij een gebod ontvangen hebben van den Vader.
3 Johannes 1:3-4
Want ik ben zeer verblijd geweest, als de broeders kwamen, en getuigden van uw waarheid, gelijk gij in de waarheid wandelt.
Schriftkennis schatkamer niet toegevoegd