Spreuken 23:14

Gij zult hem met de roede slaan, en zijn ziel van de hel redden.

1 Corinthiërs 5:5

Denzulken over te geven aan den satan, tot verderf des vleses, opdat de geest behouden moge worden in den dag van den Heere Jezus.

Spreuken 22:15

De dwaasheid is in het hart des jongen gebonden; de roede der tucht zal ze verre van hem wegdoen.

1 Corinthiërs 11:32

Maar als wij geoordeeld worden, zo worden wij van den Heere getuchtigd, opdat wij met de wereld niet zouden veroordeeld worden.

Schriftkennis schatkamer niet toegevoegd

Public domain