Spreuken 23:26

Mijn zoon! geef mij uw hart, en laat uw ogen mijn wegen bewaren.

Psalmen 107:43

Wie is wijs? Die neme deze dingen waar; en dat zij verstandelijk letten op de goedertierenheden des HEEREN.

Mattheüs 10:37-38

Die vader of moeder liefheeft boven Mij, is Mijns niet waardig; en die zoon of dochter liefheeft boven Mij, is Mijns niet waardig.

Deuteronomium 6:5

Zo zult gij den HEERE, uw God, liefhebben, met uw ganse hart, en met uw ganse ziel, en met al uw vermogen.

Psalmen 119:2

Welgelukzalig zijn zij, die Zijn getuigenissen onderhouden, die Hem van ganser harte zoeken;

Psalmen 119:9-11

Beth. Waarmede zal de jongeling zijn pad zuiver houden? Als hij dat houdt naar Uw woord.

Spreuken 3:1

Mijn zoon! vergeet mijn wet niet, maar uw hart beware mijn geboden.

Spreuken 4:4

Hij nu leerde mij, en zeide tot mij: Uw hart houde mijn woorden vast, onderhoud mijn geboden, en leef.

Spreuken 4:23

Behoed uw hart boven al wat te bewaren is, want daaruit zijn de uitgangen des levens.

Spreuken 4:25-27

Laat uw ogen rechtuit zien, en uw oogleden zich recht voor u heen houden.

Hosea 14:9

Efraim! wat heb Ik meer met de afgoden te doen? Ik heb hem verhoord, en zal op hem zien; Ik zal hem zijn als een groenende denneboom; uw vrucht is uit Mij gevonden. [ (Hosea 14:10) Wie is wijs? die versta deze dingen; wie is verstandig? die bekenne ze; want des HEEREN wegen zijn recht, en de rechtvaardigen zullen daarin wandelen, maar de overtreders zullen daarin vallen. ]

Lukas 14:26

Indien iemand tot Mij komt en niet haat zijn vader, en moeder, en vrouw, en kinderen, en broeders, en zusters, ja, ook zelfs zijn eigen leven, die kan Mijn discipel niet zijn.

2 Corinthiër 5:14-15

Want de liefde van Christus dringt ons;

2 Corinthiër 8:5

En zij deden niet alleen, gelijk wij gehoopt hadden, maar gaven zichzelven eerst aan den Heere en daarna aan ons, door den wil van God.

Efeziërs 3:17

Opdat Christus door het geloof in uw harten wone, en gij in de liefde geworteld en gegrond zijt;

2 Petrus 1:19

En wij hebben het profetische woord, dat zeer vast is, en gij doet wel, dat gij daarop acht hebt, als op een licht, schijnende in een duistere plaats, totdat de dag aanlichte, en de morgenster opga in uw harten.

Schriftkennis schatkamer niet toegevoegd

Public domain