Parallel Verses

Dutch Staten Vertaling

Antwoord den zot naar zijn dwaasheid, opdat hij in zijn ogen niet wijs zij.

New American Standard Bible

Answer a fool as his folly deserves, That he not be wise in his own eyes.

Kruisreferenties

Spreuken 28:11

Een rijk man is wijs in zijn ogen; maar de arme, die verstandig is, doorzoekt hem.

Mattheüs 16:1-4

En de Farizeen en Sadduceen tot Hem gekomen zijnde, en Hem verzoekende, begeerden van Hem, dat Hij hun een teken uit den hemel zou tonen.

Romeinen 12:16

Weest eensgezind onder elkander. Tracht niet naar de hoge dingen, maar voegt u tot de nederige. Zijt niet wijs bij uzelven.

1 Koningen 22:24-28

Toen trad Zedekia, de zoon van Kenaana, toe, en sloeg Micha op het kinnebakken; en hij zeide: Door wat weg is de geest des HEEREN van mij doorgegaan, om u aan te spreken?

Spreuken 3:7

Zijt niet wijs in uw ogen; vrees den HEERE, en wijk van het kwade.

Spreuken 26:4

Antwoord den zot naar zijn dwaasheid niet, opdat gij ook hem niet gelijk wordt.

Spreuken 26:12

Hebt gij een man gezien, die wijs in zijn ogen is! Van een zot is meer verwachting dan van hem.

Jesaja 5:21

Wee dengenen, die in hun ogen wijs, en bij zichzelven verstandig zijn!

Jeremia 36:17-18

En zij vraagden Baruch, zeggende: Verklaar ons toch, hoe hebt gij al deze woorden uit zijn mond geschreven?

Mattheüs 15:1-3

Toen kwamen tot Jezus enige Schriftgeleerden en Farizeen, die van Jeruzalem waren, zeggende:

Mattheüs 21:23-27

En als Hij in den tempel gekomen was, kwamen tot Hem, terwijl Hij leerde, de overpriesters en de ouderlingen des volks, zeggende: Door wat macht doet Gij deze dingen? En Wie heeft U deze macht gegeven?

Mattheüs 22:15-32

Toen gingen de Farizeen heen, en hielden te zamen raad, hoe zij Hem verstrikken zouden in Zijn rede.

Lukas 12:13-21

En een uit de schare zeide tot Hem: Meester, zeg mijn broeder, dat hij met mij de erfenis dele.

Lukas 13:23-30

En er zeide een tot Hem: Heere, zijn er ook weinigen, die zalig worden? En Hij zeide tot hen:

Johannes 8:7

En als zij Hem bleven vragen, richtte Hij Zich op, en zeide tot hen: Die van ulieden zonder zonde is, werpe eerst den steen op haar.

Johannes 9:26-33

En zij zeiden wederom tot hem: Wat heeft Hij u gedaan? Hoe heeft Hij uw ogen geopend?

Romeinen 11:25

Want ik wil niet, broeders, dat u deze verborgenheid onbekend zij (opdat gij niet wijs zijt, bij uzelven), dat de verharding voor een deel over Israel gekomen is, totdat de volheid der heidenen zal ingegaan zijn.

Titus 1:13

Deze getuigenis is waar. Daarom bestraf hen scherpelijk, opdat zij gezond mogen zijn in het geloof.

Public domain

New American Standard Bible Copyright ©1960, 1962, 1963, 1968, 1971, 1972, 1973, 1975, 1977, 1995 by The Lockman Foundation, La Habra, Calif. All rights reserved. For Permission to Quote Information visit http://www.lockman.org