Spreuken 29:20

Hebt gij een man gezien, die haastig in zijn woorden is? Van een zot is meer verwachting dan van hem.

Spreuken 26:12

Hebt gij een man gezien, die wijs in zijn ogen is! Van een zot is meer verwachting dan van hem.

Jakobus 1:19

Zo dan, mijn geliefde broeders, een iegelijk mens zij ras om te horen, traag om te spreken, traag tot toorn;

Spreuken 14:29

De lankmoedige is groot van verstand; maar die haastig is van gemoed, verheft de dwaasheid.

Spreuken 21:5

De gedachten des vlijtigen zijn alleen tot overschot; maar van een ieder, die haastig is, alleen tot gebrek.

Spreuken 29:11

Een zot laat zijn gansen geest uit, maar de wijze wederhoudt dien achterwaarts.

Prediker 5:2

Want gelijk de droom komt door veel bezigheid, alzo de stem des zots door de veelheid der woorden.

Schriftkennis schatkamer niet toegevoegd

Public domain