Parallel Verses
Dutch Staten Vertaling
Thau. Geef haar van de vrucht harer handen, en laat haar werken haar prijzen in de poorten.
New American Standard Bible
Give her the product of her hands, And let her works praise her in the gates.
Onderwerpen
Kruisreferenties
Psalmen 128:2
Want gij zult eten den arbeid uwer handen; welgelukzalig zult gij zijn, en het zal u welgaan.
Spreuken 11:30
De vrucht des rechtvaardigen is een boom des levens; en wie zielen vangt, is wijs.
Spreuken 31:16
Zain. Zij denkt om een akker, en krijgt hem; van de vrucht harer handen plant zij een wijngaard.
Mattheüs 7:16
Aan hun vruchten zult gij hen kennen. Leest men ook een druif van doornen, of vijgen van distelen?
Mattheüs 7:20
Zo zult gij dan dezelve aan hun vruchten kennen.
Markus 14:7-9
Want de armen hebt gij altijd met u, en wanneer gij wilt, kunt gij hun weldoen; maar Mij hebt gij niet altijd.
Handelingen 9:39
En Petrus stond op, en ging met hen; welken zij, als hij daar gekomen was, in de opperzaal leidden. En al de weduwen stonden bij hem, wenende, en tonende de rokken en klederen, die Dorkas gemaakt had, als zij bij haar was.
Romeinen 6:21-22
Wat vrucht dan hadt gij toen van die dingen, waarover gij u nu schaamt? Want het einde derzelve is de dood.
Romeinen 16:1-4
En ik beveel u Febe, onze zuster, die een dienares is der Gemeente, die te Kenchreen is;
Romeinen 16:6
Groet Maria, die veel voor ons gearbeid heeft.
Romeinen 16:12
Groet Tryfena en Tryfosa, vrouwen die in den Heere arbeiden. Groet Persis, de beminde zuster, die veel gearbeid heeft in den Heere.
Filippenzen 4:17
Niet dat ik de gave zoek, maar ik zoek de vrucht, die overvloedig is tot uw rekening.
1 Timotheüs 5:25
Desgelijks ook de goede werken zijn te voren openbaar, en daar het anders mede gelegen is, kunnen niet verborgen worden.
Hebreeën 6:10
Want God is niet onrechtvaardig dat Hij uw werk zou vergeten, en den arbeid der liefde, die gij aan Zijn Naam bewezen hebt, als die de heiligen gediend hebt en nog dient.
Openbaring 14:13
En ik hoorde een stem uit den hemel, die tot mij zeide: Schrijf, zalig zijn de doden, die in den Heere sterven, van nu aan. Ja, zegt de Geest, opdat zij rusten mogen van hun arbeid; en hun werken volgen met hen.