125 gebeurtenissen in 1 vertaling

'Poorten' in de Bijbel

Maar de zevende dag is de sabbat des HEEREN uws Gods; dan zult gij geen werk doen, gij, noch uw zoon, noch uw dochter, noch uw dienstknecht, noch uw dienstmaagd, noch uw vee, noch uw vreemdeling, die in uw poorten is;

VersbegrippenDienstbaarheid In De MaatschappijWerk En RustIjverOnbekendenDe Zevende Dag Van De WeekVreemdelingen Inbegrepen In De WetDag 7Geen Arbeid Op FeestdagenRegelgeving Voor Mannen En VrouwenSabbat IngesteldOnbekenden In Israël

Al die steden waren met hoge muren, poorten en grendelen gesterkt, behalve zeer vele onbemuurde steden.

VersbegrippenStadPoortenDorpenMurenStedenBuiten De StadOmmuurde StedenOnbewaakt

Maar de zevende dag is de sabbat des HEEREN, uws Gods; dan zult gij geen werk doen, gij, noch uw zoon, noch uw dochter, noch uw dienstknecht, noch uw dienstmaagd, noch uw os, noch uw ezel, noch enig van uw vee, noch de vreemdeling, die in uw poorten is; opdat uw dienstknecht, en uw dienstmaagd ruste, gelijk als gij.

VersbegrippenDienstbaarheid In De MaatschappijWerk En RustOnbekendenDe Zevende Dag Van De WeekVreemdelingen Inbegrepen In De WetDag 7Geen Arbeid Op FeestdagenRegelgeving Voor Mannen En Vrouwen

En gij zult ze op de posten van uw huis, en aan uw poorten schrijven.

VersbegrippenSchrijvenOp Voorwerpen SchrijvenOuderschap

En schrijft ze op de posten van uw huis, en aan uw poorten;

VersbegrippenOp Voorwerpen Schrijven

En gij zult vrolijk zijn voor het aangezicht des HEEREN, uws Gods, gijlieden, en uw zonen, en uw dochteren, en uw dienstknechten, en uw dienstmaagden, en de Leviet, die in uw poorten is; want hij heeft geen deel noch erve met ulieden.

VersbegrippenGeen Aardse Erfenis

Doch naar allen lust uwer ziel zult gij slachten en vlees eten, naar den zegen des HEEREN, uws Gods, dien Hij u geeft, in al uw poorten; de onreine en de reine zal daarvan eten, als van een ree, en als van een hert.

VersbegrippenHuisdieren DodenRein En OnreinHerten Enz.De Ziel Van DierenHertVlees Eten

Gij zult in uw poorten niet mogen eten de tienden van uw koren, en van uw most, en van uw olie, noch de eerstgeboorten van uw runderen en van uw schapen, noch enige uwer geloften, die gij zult hebben beloofd, noch uw vrijwillige offeren, noch het hefoffer uwer hand.

VersbegrippenGraanWijnTienden En Offers

Maar gij zult dat eten voor het aangezicht des HEEREN, uws Gods, in de plaats, die de HEERE, uw God, verkiezen zal, gij, en uw zoon, en uw dochter, en uw dienstknecht, en uw dienstmaagd, en de Leviet, die in uw poorten is; en gij zult vrolijk zijn voor het aangezicht des HEEREN, uws Gods, over alles, waaraan gij uw handen geslagen hebt.

VersbegrippenEten Voor GodEten, Drinken En Vieren

Zo de plaats, die de HEERE, uw God, verkiezen zal, om Zijn Naam aldaar te zetten, verre van u zal zijn, zo zult gij slachten van uw runderen en van uw schapen, die de HEERE u gegeven heeft, gelijk als ik u geboden heb; en gij zult eten in uw poorten, naar allen lust uwer ziel.

VersbegrippenVer Van HierEen Plek Voor Gods Naam

Gij zult geen dood aas eten; den vreemdeling, die in uw poorten is, zult gij het geven, dat hij het ete, of verkoopt het den vreemde; want gij zijt een heilig volk den HEERE, uw God. Gij zult het bokje niet koken in de melk zijner moeder.

VersbegrippenVreemdelingenVindenMelkRituele WetEcologieOnbekendenJong DierDierlijke MoedersDood Van Alle WezensKadavers Van DierenWetten Die Vreemdelingen BeperkenVerboden VoedselNatuurlijke DoodVarkensvlees

Maar den Leviet, die in uw poorten is, zult gij niet verlaten; want hij heeft geen deel noch erve met u.

VersbegrippenMeestersVerzuimMensen VerwaarlozenGeen Aardse ErfenisVriendelijkheid

Ten einde van drie jaren zult gij voortbrengen alle tienden van uw inkomen, in hetzelve jaar, en gij zult ze wegleggen in uw poorten;

VersbegrippenBezittingen GevenSociale EthiekAalmoezenAltruïsmeLiefdadigheidDrie JaarDriejaarlijksTienden En OffersVriendelijkheid

Zo zal komen de Leviet, dewijl hij geen deel noch erve met u heeft, en de vreemdeling, en de wees en de weduwe, die in uw poorten zijn, en zullen eten en verzadigd worden; opdat u de HEERE, uw God, zegene in al het werk uwer hand, dat gij doen zult.

VersbegrippenHoudingen Tegenover ArmoedeTevredenheidHeiligen Die Zorgen Voor De ArmenWeduwes MoetenHouden Van VreemdelingenGod Zal ZegenenGeen Aardse ErfenisMensen Die Wezen HelpenVriendelijkheid

Wanneer er onder u een arme zal zijn, een uit uw broederen, in een uwer poorten, in uw land, dat de HEERE, uw God, u geven zal, zo zult gij uw hart niet verstijven, noch uw hand toesluiten voor uw broeder, die arm is;

VersbegrippenAalmoezen Als Goede DadenHardheid Van HartDe Aard Van OnderdrukkingSympathieOnvriendelijkAdvies Geven OverWees Niet GierigMensen Zonder GenadeDe Armen HelpenDegenen In Nood Helpen

In uw poorten zult gij het eten; de onreine en de reine te zamen, als een ree, en als een hert,

VersbegrippenRein En OnreinHerten Enz.Hert

Gij zult het pascha niet mogen slachten in een uwer poorten, die de HEERE, uw God, u geeft.

VersbegrippenStad

En gij zult vrolijk zijn voor het aangezicht des HEEREN, uws Gods, gij, en uw zoon, en uw dochter, en uw dienstknecht, en uw dienstmaagd, en de Leviet, die in uw poorten is, en de vreemdeling, en de wees, en de weduwe, die in het midden van u zijn; in de plaats, die de HEERE, uw God, zal verkiezen, om Zijnen Naam aldaar te doen wonen.

VersbegrippenWezenHoudingen Tegenover ArmoedeWeduwesWeduwes MoetenVreugdeVreemdelingen Toegelaten Op FeestenMensen Die Wezen HelpenEten, Drinken En VierenEen Plek Voor Gods Naam

En gij zult vrolijk zijn op uw feest, gij, en uw zoon, en uw dochter, en uw dienstknecht, en uw dienstmaagd, en de Leviet, en de vreemdeling, en de wees, en de weduwe, die in uw poorten zijn.

VersbegrippenWeduwesVreemdelingen Toegelaten Op FeestenMensen Die Wezen HelpenEten, Drinken En Vieren

Rechters en ambtlieden zult gij u stellen in al uw poorten, die de HEERE, uw God, u geven zal, onder uw stammen; dat zij het volk richten met een gericht der gerechtigheid.

VersbegrippenStimulansen Tot EthiekBurgerrechtvaardigheidRechtersStadMagistratenAdministratieJuist BeoordelenMan Die AanduidtAfspraken

Wanneer in het midden van u, in een uwer poorten, die de HEERE, uw God, u geeft, een man of vrouw gevonden zal worden, die doen zal, dat kwaad is in de ogen des HEEREN, uws Gods, overtredende Zijn verbond;

VersbegrippenOordelen Over AfkeerHet Verbond Breken

Zo zult gij dien man of die vrouw, die ditzelve boze stuk gedaan hebben, tot uw poorten uitbrengen, dien man zeg ik, of die vrouw; en gij zult hen met stenen stenigen, dat zij sterven.

VersbegrippenPoortenDe Legale Aspecten Van BestraffingZaken Doen Aan De PoortInstructies Over Steniging

Wanneer een zaak aan het gericht voor u te zwaar zal zijn, tussen bloed en bloed, tussen rechtshandel en rechtshandel, tussen plage en plage, zijnde twistzaken in uw poorten, zo zult gij u opmaken, en opgaan naar de plaats, die de HEERE, uw God, verkiezen zal;

VersbegrippenHeilige PlaatsenZware Taken

Voorts wanneer een Leviet zal komen uit een uwer poorten, uit gans Israel, alwaar hij woont, en hij komt naar alle begeerte zijner ziel, tot de plaats, die de HEERE zal hebben verkoren;

Hij zal bij u blijven in het midden van u, in de plaats, die hij zal verkiezen, in een van uw poorten, waar het goed voor hem is; gij zult hem niet verdrukken.

VersbegrippenVerontrustende Groepen Van Mensen

Wanneer gij zult geeindigd hebben alle tienden van uw inkomen te vertienen, in het derde jaar, zijnde een jaar der tienden; dan zult gij aan den Leviet, aan den vreemdeling, aan den wees en aan de weduwe geven, dat zij in uw poorten eten en verzadigd worden.

VersbegrippenBezittingen GevenGewassenVreemdelingenSociale EthiekZorgen Voor NabestaandenTevredenheidWeduwesBuitenaardse WezensTienden En Offers

En het zal u beangstigen in al uw poorten, totdat uw hoge en vaste muren nedervallen, op welke gij vertrouwdet in uw ganse land; ja, het zal u beangstigen in al uw poorten, in uw ganse land, dat u de HEERE, uw God, gegeven heeft.

VersbegrippenVestingenVersterkingenStadMurenOmmuurde StedenNaties die Israël aanvallen

Dat hij niet aan een van die zal geven van het vlees zijner zonen, die hij eten zal, omdat hij voor zich niets heeft overgehouden; in de belegering en in de benauwing, waarmede uw vijand u in al uw poorten zal benauwen.

VersbegrippenKannibalisme

En dat om haar nageboorte, die van tussen haar voeten uitgegaan zal zijn, en om haar zonen, die zij gebaard zal hebben; want zij zal hen eten in het verborgene, vermits gebrek van alles; in de belegering en in de benauwing, waarmede uw vijand u zal benauwen in uw poorten.

VersbegrippenKannibalismeIn Het Geheim HandelenGeboorte

Vergadert het volk, de mannen, en de vrouwen, en de kinderen, en uw vreemdelingen, die in uw poorten zijn; opdat zij horen, en opdat zij leren, en vrezen den HEERE, uw God, en waarnemen te doen alle woorden dezer wet.

VersbegrippenVreemdelingenVerbrekers Van VerbondDe Aard Van DiscipelschapLeren Van Andere MensenMannelijk En VrouwelijkBuitenstaandersBuitenaardse Wezens, Plicht Van GelovigenConstructie IsraëlVreemdelingen Onder De MensenVolg De GebodenBuitenaardse Wezens

(Jericho nu sloot de poorten toe, en was gesloten, voor het aangezicht van de kinderen Israels; er ging niemand uit, en er ging niemand in.)

VersbegrippenPoorten SluitenBuitengaan En BinnenkomenNegativiteit

En ter zelver tijd bezwoer hen Jozua, zeggende: Vervloekt zij die man voor het aangezicht des HEEREN, die zich opmaken en deze stad Jericho bouwen zal; dat hij ze grondveste op zijn eerstgeborenen zoon, en haar poorten stelle op zijn jongsten zoon!

VersbegrippenFunderingenEerstgeboreneZonde Van De VadersBezweringPoortenMenselijke EedVervulde Voorspelling In OTDood Van De EerstgeboreneHet Jongste KindStichting Van NatiesPoorten Van De StadDe Goddeloze VervloekenWederopbouw Van Genoemde StedenWederopbouw

Verkoos hij nieuwe goden, dan was er krijg in de poorten; werd er ook een schild gezien, of een spies, onder veertig duizend in Israel?

VersbegrippenVeertig Duizend En MeerGeen Heil Van Andere GodenVrijwilligerswerk

Van het gedruis der schutters, tussen de plaatsen, waar men water schept, spreekt aldaar te zamen van de gerechtigheid des HEEREN, van de gerechtigheden, bewezen aan zijn dorpen in Israel; toen ging des HEEREN volk af tot de poorten.

VersbegrippenDe Gerechtigheid Van GodStemmenIn De Poort Staan

Toen maakten zich de mannen van Israel en van Juda op, en juichten, en vervolgden de Filistijnen, tot daar men komt aan de vallei, en tot aan de poorten van Ekron; en de verwonden der Filistijnen vielen op den weg van Saaraim, en tot aan Gath, en tot aan Ekron.

VersbegrippenPoortenWegenStammen Van Israël

Als aan Saul te kennen gegeven werd, dat David te Kehila gekomen was, zo zeide Saul: God heeft hem in mijn hand overgegeven, want hij is besloten, komende in een stad met poorten en grendelen.

VersbegrippenPoortenStadPoorten SluitenIn De Hand GegevenVertellen Over Bewegingen

David nu zat tussen de twee poorten; en de wachter ging op het dak der poort aan den muur, en hief zijn ogen op, en zag, en ziet, er liep een man alleen.

VersbegrippenDakMurenBovenop Het DakAan De Poort ZittenRennen Met NieuwsMensen Die Neerzitten

Als er honger in het land wezen zal, als er pest wezen zal, als er brandkoren, honigdauw, sprinkhanen, kevers wezen zullen, als zijn vijand in het land zijner poorten hem belegeren zal, of enige plage, of enige krankheid wezen zal;

VersbegrippenRupsenInsectenSprinkhanenMeeldauwHulp Bij SchaarsteNaties die Israël aanvallen

In zijn dagen bouwde Hiel, de Betheliet, Jericho; op Abiram, zijn eerstgeborenen zoon heeft hij haar gegrondvest, en op Segub, zijn jongsten zoon, heeft hij haar poorten gesteld; naar het woord des HEEREN, dat Hij door den dienst van Jozua, den zoon van Nun, gesproken had.

VersbegrippenFunderingenEerstgeboreneZonde Van De VadersPoortenVervulde Voorspelling In OTOffer In OTDood Van De EerstgeboreneHet Jongste KindStichting Van NatiesPoorten Van De StadWederopbouw Van Genoemde StedenWoorden Aan Individuen Vervuld

Zij dan en hun zonen waren aan de poorten van het huis des HEEREN, in het huis der tent, aan de wachten.

En David bereidde ijzer in menigte, tot nagelen aan de deuren der poorten, en tot de samenvoegingen; ook koper in menigte, zonder gewicht;

VersbegrippenOvervloed, MaterieelIjzerNagelsBrons VergarenBronzen Poorten

Als er honger in het land wezen zal, als er pest wezen zal, als er brandkoren of honigdauw, sprinkhanen en kevers wezen zullen, als iemand van zijn vijanden in het land zijner poorten hem belegeren zal, of enige plage, of enige krankheid wezen zal;

VersbegrippenInsectenSprinkhanenMeeldauwHulp Bij Schaarste

En hij stelde de poortiers aan de poorten van het huis des HEEREN, opdat niemand, in enig ding onrein zijnde, inkwame.

VersbegrippenPoortenPortiers

Dezelve bouwde de hoge poorten aan het huis des HEEREN; hij bouwde ook veel aan den muur van Ofel.

VersbegrippenMurenDe Muren Van Jeruzalem BouwenPoorten Van De Tempel

En zij zeiden tot mij: De overgeblevenen, die van de gevangenis aldaar in het landschap zijn overgebleven, zijn in grote ellende en in versmaadheid; en Jeruzalems muur is verscheurd, en haar poorten zijn met vuur verbrand.

VersbegrippenVersterkingenStadPoortenStormrammenMurenVernietiging Van JeruzalemVernietiging Van De Muur Van JeruzalemPoorten Van De StadJeruzalem VerbrandenOverlevenden Van Israël

En ik zeide tot de koning: De koning leve in eeuwigheid! Hoe zou mijn aangezicht niet treurig zijn, daar de stad, de plaats der begravenissen mijner vaderen, woest is, en haar poorten met vuur verteerd zijn?

VersbegrippenPoortenArcheologieBurgers, Christelijke PlichtenVernietiging Van JeruzalemPoorten Van De StadJeruzalem Verbranden

Ook een brief aan Asaf, den bewaarder van den lusthof, denwelken de koning heeft, dat hij mij hout geve om te zolderen de poorten van het paleis, dat aan het huis is, en tot de stadsmuur, en tot het huis, waar ik intrekken zal. En de koning gaf ze mij, naar de goede hand mijns Gods over mij.

VersbegrippenStralenVersterkingenBossenCitadelsGenade In OTHand Van GodGods HandGods Handen Op Mensen

En ik trok uit bij nacht door de Dalpoort, en voorbij de Drakenfontein, en naar de Mistpoort, en ik brak aan de muren van Jeruzalem, dewelke verscheurd waren, en haar poorten met vuur verteerd.

VersbegrippenDrek En MestPoorten Van De StadGenoemde PoortenJeruzalem VerbrandenInspecterenGedurende Een Nacht

Toen zeide ik tot hen: Gijlieden ziet de ellende, waarin wij zijn, dat Jeruzalem woest is, en haar poorten met vuur verbrand zijn; komt, en laat ons Jeruzalems muur opbouwen; opdat wij niet meer een versmaadheid zijn.

VersbegrippenMurenNoodVernietiging Van JeruzalemPoorten Van De StadJeruzalem VerbrandenSchaamte EliminerenWederopbouw van JeruzalemWederopbouw

Voorts is het geschied, als van Sanballat, en Tobia, en van Gesem, den Arabier, en van onze andere vijanden gehoord was, dat ik den muur gebouwd had, en dat geen scheur daarin was overgelaten; ook had ik tot dezen tijd toe de deuren niet opgezet in de poorten;

VersbegrippenPoortenDe Aard Van VervolgingPoorten Van De StadVertellen Wat Mensen Deden

En ik zeide tot hen: Laat de poorten van Jeruzalem niet geopend worden, totdat de zon heet wordt, en terwijl zij daarbij staan, laat hen de deuren sluiten, betast gij ze dan; en dat men wachten zette, inwoners van Jeruzalem, een iegelijk op zijn wacht, en een iegelijk tegenover zijn huis.

VersbegrippenPoortenHitteWaakzaamheid Van GelovigenDe Daad Van OpenenDe Tempel OpenenHeet Water

En de poortiers: Akkub, Talmon, met hun broederen, die wacht hielden in de poorten, waren honderd twee en zeventig.

VersbegrippenPoortwachtersPoortenPortiersHonderd En Enkelen

Matthanja en Bakbukja, Obadja, Mesullam, Talmon en Akkub, waren poortiers, de wacht waarnemende bij de schatkamers der poorten.

VersbegrippenPoortwachtersPortiers

En de priesters en de Levieten reinigden zichzelven; daarna reinigden zij het volk, en de poorten, en den muur.

VersbegrippenDe Groei Van Gelovigen In HeiligheidZichzelf Zuiveren

Het geschiedde nu, als de poorten van Jeruzalem schaduw gaven, voor den sabbat, dat ik bevel gaf, en de deuren werden gesloten; en ik beval, dat zij ze niet zouden opendoen tot na den sabbat; en ik stelde van mijn jongens aan de poorten, opdat er geen last zou inkomen op den sabbatdag.

VersbegrippenSchaduwenStedenPoorten SluitenDuisternis Van De Nacht

Voorts zeide ik tot de Levieten, dat zij zich zouden reinigen, en de poorten komen wachten, om den sabbatdag te heiligen. Gedenk mijner ook in dezen, mijn God! en verschoon mij naar de veelheid Uwer goedertierenheid.

VersbegrippenGeboden in OTZichzelf Zuiveren

Zijn u de poorten des doods ontdekt, en hebt gij gezien de poorten van de schaduw des doods?

VersbegrippenPoortenSchaduwenPoorten Van De DoodDe Schaduw Van De DoodHet Feit Van De Dood

Wees mij genadig, HEERE, zie mijn ellende aan, van mijn haters mij aangedaan, Gij, Die mij verhoogt uit de poorten des doods;

VersbegrippenKwellingen Tijdens Het GebedPoortenBarmhartigheidPoorten Van De DoodNiet StervenDood VermedenMensen Die Gehaat WordenDood Van Geliefde

Opdat ik Uw gansen lof in de poorten der dochter van Sion vertelle, dat ik mij verheuge in Uw heil.

VersbegrippenPoortenZion Als Een SymboolPrijs De Heer!Je Zal Vieren In De Verlossing

Heft uw hoofden op, gij poorten, en verheft u, gij eeuwige deuren, opdat de Koning der ere inga!

VersbegrippenDeurenDe Daad Van OpenenPoorten OpenenHoofden OpheffenOude Koren

Heft uw hoofden op, gij poorten, ja, heft op, gij eeuwige deuren! opdat de Koning der ere inga!

VersbegrippenDe Daad Van OpenenPoorten OpenenHoofden Opheffen

Doet mij de poorten der gerechtigheid open, ik zal daardoor ingaan, ik zal den HEERE loven.

VersbegrippenDe Daad Van OpenenPoorten OpenenWe Danken God

Onze voeten zijn staande in uw poorten, o Jeruzalem!

VersbegrippenPoortenJeruzalem

Want Hij maakt de grendelen uwer poorten sterk; Hij zegent uw kinderen binnen in u.

VersbegrippenPoortenSloten En StavenGezegend Door God

Zij roept in het voorste der woelingen; aan de deuren der poorten spreekt Zij Haar redenen in de stad;

VersbegrippenZaken Doen Aan De Poort

Aan de zijde der poorten, voor aan de stad, aan den ingang der deuren roept Zij overluid:

VersbegrippenZaken Doen Aan De Poort

Welgelukzalig is de mens, die naar Mij hoort, dagelijks wakende aan Mijn poorten, waarnemende de posten Mijner deuren.

VersbegrippenDagelijkse PlichtVoortdurendAltijd Actief ZijnWachten Aan PoortenGezegend In DienstVreugde In WijsheidSchoolWachten Op De HeerMinnares

De kwaden buigen voor het aangezicht der goeden neder, en de goddelozen voor de poorten des rechtvaardigen.

En haar poorten zullen treuren, en leed dragen, en zij zal, ledig gemaakt zijnde, op de aarde zitten.

VersbegrippenIn Neerslachtigheid VerzinkenRouwen Over Een Catastrofe

En het zal geschieden, dat uw uitgelezen dalen vol wagenen zullen zijn, en dat de ruiters zich gewisselijk zullen zetten ter poorten aan.

VersbegrippenPoortenStrijdwagensWachten Aan PoortenOp Paarden RijdenVoorspelde Aanvallen Op Jeruzalem

Doet de poorten open, dat het rechtvaardige volk daarin ga, hetwelk de getrouwigheden bewaart.

VersbegrippenToelating Tot Gods TegenwoordigheidDe Daad Van OpenenPoorten OpenenRechtvaardige Mensen

Ik zeide: Vanwege de afsnijding mijner dagen, zal ik tot de poorten des grafs heengaan, ik word beroofd van het overige mijner jaren.

VersbegrippenPoortenPoorten Van De DoodVroege DoodHet Leven Kort Gehouden

En uw glasvensters zal Ik kristallijnen maken, en uw poorten van robijnstenen, en uw ganse landpale van aangename stenen.

VersbegrippenKristallenWaardevolle StenenBruisendGrenzenGeloofwaardigheid

En uw poorten zullen steeds openstaan, zij zullen des daags of des nachts niet toegesloten worden; opdat men tot u inbrenge het heir der heidenen, en hun koningen tot u geleid worden.

VersbegrippenPoortenVeilig SluitenDe Daad Van OpenenPoorten OpenenPoorten SluitenDag Of NachtRijk WordenJeruzalem In Het Duizendjarig KoninkrijkHeidenen

Er zal geen geweld meer gehoord worden in uw land, verstoring noch verbreking in uw landpale; maar uw muren zult gij Heil heten, en uw poorten Lof.

VersbegrippenIlustraties Van ReddingFiguurlijke MurenVrij Van GeweldGod Redt De BehoeftigenPrijs De Heer!Zaad Op De Grond VerspillenGrenzen

Gaat door, gaat door, door de poorten, bereidt den weg des volks; verhoogt, verhoogt een baan, ruimt de stenen weg, steekt een banier omhoog tot de volken!

VersbegrippenSnelwegTot De Poorten KomenVlaggenWegen MakenSnelwegenMensen Uit Je Leven Verwijderen

Want zie, Ik roep alle geslachten der koninkrijken van het noorden, spreekt de HEERE; en zij zullen komen, en zetten een iegelijk zijn troon voor de deur der poorten van Jeruzalem, en tegen al haar muren rondom, en tegen alle steden van Juda.

VersbegrippenPoortenTroonAan De Poort ZittenVoorspelde Aanvallen Op Jeruzalem

Sta in de poort van des HEEREN huis, en roep aldaar dit woord uit, en zeg: Hoort des HEEREN woord, o gans Juda! gij, die door deze poorten ingaat, om den HEERE aan te bidden.

VersbegrippenHorenVoorspelling, Methodes In OTAanvaardbare Houdingen Van AanbiddingIn De Poort Staan

Juda treurt en haar poorten zijn verzwakt; zij zijn in het zwart gekleed ter aarde toe, en Jeruzalems geschrei klimt op.

VersbegrippenZorgen

En Ik zal hen wannen met een wan, in de poorten des lands; Ik heb Mijn volk van kinderen beroofd en verdaan; zij zijn van hun wegen niet wedergekeerd.

VersbegrippenGereedschapToewuivenVerliesGod Zal Zijn Mensen Doden

Alzo heeft de HEERE tot mij gezegd: Ga henen en sta in de poort van de kinderen des volks, door dewelke de koningen van Juda ingaan, en door dewelke zij uitgaan, ja, in alle poorten van Jeruzalem;

VersbegrippenBuitengaan En Binnenkomen

En zeg tot hen: Hoort des HEEREN woord, gij koningen van Juda, en gans Juda, en alle inwoners van Jeruzalem, die door deze poorten ingaat!

Zo zegt de HEERE: Wacht u op uw zielen, en draagt geen last op den sabbatdag, noch brengt in door de poorten van Jeruzalem.

VersbegrippenDe Sabbat In OTDragen

Het zal dan geschieden, indien gij vlijtiglijk naar Mij zult horen, spreekt de HEERE, dat gij geen last door de poorten dezer stad op den sabbatdag inbrengt, en gij den sabbatdag heiligt, dat gij geen werk daarop doet;

VersbegrippenVakantieDe Sabbat Respecteren

Zo zullen door de poorten dezer stad ingaan koningen en vorsten, zittende op den troon van David, rijdende op wagenen en op paarden, zij en hun vorsten, de mannen van Juda en de inwoners van Jeruzalem; en deze stad zal bewoond worden in eeuwigheid.

VersbegrippenStrijdwagensDe Dynastie Van David

Maar indien gij naar Mij niet zult horen, om den sabbatdag te heiligen, en om geen last te dragen als gij op den sabbatdag door de poorten van Jeruzalem ingaat; zo zal Ik een vuur in haar poorten aansteken, dat de paleizen van Jeruzalem zal verteren, en niet worden uitgeblust.

VersbegrippenDe Sabbat In OTJeruzalem VerbrandenDe Sabbat Respecteren

En zeg: Hoor het woord des HEEREN, gij koning van Juda, gij, die zit op Davids troon, gij, en uw knechten, en uw volk, die door deze poorten ingaan!

VersbegrippenTroonDe Dynastie Van David

Want indien gijlieden deze zaak ernstiglijk zult doen, zo zullen door de poorten van dit huis koningen ingaan, zittende den David op zijn troon, rijdende op wagens en op paarden, hij, en zijn knechten, en zijn volk.

VersbegrippenPaardenDe Dynastie Van David

Met een ezelsbegrafenis zal hij begraven worden; men zal hem slepen en daarhenen werpen, verre weg van de poorten van Jeruzalem.

VersbegrippenBuiten De StadOntoereikende BegrafenissenGeen Begrafenissen

Zo zegt de HEERE der heirscharen: Die brede muur van Babel zal ten enenmale ontbloot worden, en haar hoge poorten zullen met vuur aangestoken worden; zodat de volken tevergeefs, en de natien ten vure zullen gearbeid hebben, dat zij mat worden.

VersbegrippenFultiliteitStadWijdsheidPoorten Van De StadVuur Van OordeelBrandende StedenNutteloze ArbeidTevergeefs Zwoegen

Daleth. De wegen Sions treuren, omdat niemand op het feest komt; al haar poorten zijn woest, haar priesters zuchten: haar jonkvrouwen zijn bedroefd, en zij zelve is in bitterheid.

VersbegrippenZuchtenPelgrimstochtWegenTragedie Op De StratenVeronachtzaamde FeestenRouwen Over Een CatastrofeNiemand Te Vinden

Teth. Haar poorten zijn in de aarde verzonken; Hij heeft haar grendelen verdorven en gebroken; haar koning en haar vorsten zijn onder de heidenen; er is geen wet; haar profeten vinden ook geen gezicht van den HEERE.

VersbegrippenSpirituele HongersnoodSpirituele ArmoedeVisioenenSpirituele BestemmingStokken BrekenVernietiging Van JeruzalemVerbannen KoningenPoorten Van De StadGeen VisioenenAfgewezen VoorspellingDingen Neerzetten

Public domain